Snelheidsregeling
inschakelen
Schakelaar 1 naar rechts schui-
ven.
Bediening van de toets 2 is
ontgrendeld.
Snelheid in geheugen
opslaan
Toets 1 kort naar voren druk-
ken.
Instelgebied van de snel-
heidsregeling
30...180 km/h
Controlelamp voor snel-
heidsregeling brandt.
De actuele snelheid wordt aan-
gehouden en in het geheugen
opgeslagen.
Accelereren
Toets 1 kort naar voren druk-
ken.
Snelheid verhogen
Snelheid wordt met elke be-
diening verhoogd.
1 km/h
Toets 1 naar voren gedrukt
houden.
De snelheid wordt traploos ver-
hoogd.
Als toets 1 niet meer wordt
ingedrukt, wordt de bereikte
4
63
z