De weergave wordt na korte
tijd automatisch weer verbor-
gen.
Demping met DDC
instellen
met Dynamic Damping Control
SU
(DDC)
Contact inschakelen (
De toets 1 kort indrukken om
de actuele instelling te laten
weergeven.
Om de demping in te stellen:
De toets 1 zo vaak indrukken,
tot gewenste toestand rijmodus
naast de selectiepijl staat.
OPMERKING
De demping kan tijdens het rij-
den worden ingesteld.
46).
De volgende instellingen zijn mo-
gelijk:
ROAD: normale demping
DYNAMIC: sportieve demping
Om de belading in te stellen:
De toets 1 zo vaak indrukken
totdat de gewenste instelling
wordt weergegeven.
OPMERKING
De beladingstoestand kan niet
tijdens de rit worden ingesteld.
De volgende instellingen zijn mo-
gelijk:
Solo
Bedrijf met duopassagier
5
81
z