Download Print deze pagina

Vacon NX Series Handleiding pagina 419

Verberg thumbnails Zie ook voor NX Series:

Advertenties

FOUTTRACERING
Fout-
Fout
code
9 *
Onderspanning
10 *
Bewaking van
ingangsleiding
11 *
Uitgangsfasebe-
waking
12
Bewaking van
remchopper
13
Ondertemperatuur
frequentieregelaar
14
Overtemperatuur
frequentieregelaar
15 *
Motor geblokkeerd
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: VACON@VACON.COM
Subcode in
Mogelijke oorzaak
T.14
S1 = DC-
De DC-spanning is lager dan
tussen-
toegestaan.
kringspan-
ning te
Voedingsspanning te
laag tijdens
laag
run
Interne fout AC-fre-
quentieregelaar
S2 = Geen
Ingangszekering door-
data van
geslagen
voedings-
Externe laadschake-
eenheid
laar is niet gesloten
S3 = Bewa-
king van
onder-
spannings-
regelaar
Ontbrekende fase in
ingangsleiding.
Uit de stroommeting blijkt
dat een van de motorfasen
geen stroom trekt.
Er is geen remweerstand.
De remweerstand is defect.
De remchopper is defect.
Te lage temperatuur in het
koellichaam van de voe-
dingseenheid of in de voe-
dingskaart. Temperatuur
koellichaam is lager dan -10
°C (14 °F).
Temperatuur koellichaam is
hoger dan 90 °C (194 °F) (of
77 °C [170,6 °F], NX_6, FR6).
Het overtemperatuuralarm
wordt geactiveerd als de
temperatuur van het koelli-
chaam hoger wordt dan 85
°C (185 °F) (72 °C [161,6
°F]).
De motor is stil gaan staan.
VACON · 419
Oplossing
Indien de netspanning tijdelijk
onderbroken is geweest, reset u de
fout en start u de frequentierege-
laar opnieuw op.
Controleer de voedingsspanning.
Indien de voedingsspanning vol-
doende is, moet er een interne fout
zijn.
Vraag instructies aan de dichtstbij-
zijnde distributeur.
Controleer de voedingsspanning,
de zekeringen en de voedingskabel.
Controleer de motorkabel en de
motor.
Controleer de remweerstand en de
bekabeling.
Als deze in goede staat zijn, zit de
fout in de weerstand of de rem-
chopper. Vraag instructies aan de
dichtstbijzijnde distributeur.
Controleer of er voldoende koel-
lucht is en of die voldoende door-
stroomt.
Controleer het koellichaam op stof.
Controleer de omgevingstempera-
tuur.
Zorg dat de schakelfrequentie niet
te hoog is. Houd daarbij rekening
met de omgevingstemperatuur en
motorbelasting.
Controleer de motor en de belas-
ting.
9

Advertenties

loading