Download Print deze pagina

Vacon NX Series Handleiding pagina 408

Verberg thumbnails Zie ook voor NX Series:

Advertenties

VACON · 408
AANWIJZING!
In tegenstelling tot de uitgangen kunnen de ingangen niet in de runtoestand
worden gewijzigd.
8.9.3
ONGEBRUIKTE INGANGEN/UITGANGEN INSTELLEN
U moet alle ongebruikte ingangen en uitgangen de kaartslotwaarde 0 en de waarde 1 voor
het klemnummer geven. De waarde 0,1 is tevens de standaardwaarde voor de meeste
functies. Als u echter de waarden van een digitaal ingangssignaal wilt gebruiken, bijv. om te
testen, kunt u de kaartslotwaarde instellen op 0 en het klemnummer op 2–10 om de ingang
in te stellen op WAAR. Met andere woorden: waarde 1 komt overeen met een 'open contact'
en waarden 2 t/m 10 met een 'gesloten contact'.
Als u analoge ingangen gebruikt, komt een waarde van 1 voor het klemnummer overeen met
een signaalniveau van 0%, een waarde van 2 met 20%, een waarde van 3 met 30%, enzovoort.
Een waarde van 10 voor het klemnummer komt overeen met een signaalniveau van 100%.
8.10
PARAMETERS VOOR TOERENTALREGELING (ALLEEN APPLICATIE 6)
W
Toerentalregeling_Kp_FW
W
Toerentalregeling_Kp_f0
W Toerentalregeling_f0
W Toerentalregeling_f1
Afb. 96: Adaptieve versterking toerentalregeling
1295 MINIMALE KOPPELVERSTERKING TOERENTALREGELING 6 (2.6.23.30)
De relatieve versterking als percentage van ID613 van de toerentalregeling als de
koppelreferentie of de toerentalregelingsuitgang lager is dan de waarde van parameter
ID1296. Deze parameter wordt doorgaans gebruikt om de toerentalregeling van een
frequentieregelaar met overbrengingsspeling te stabiliseren.
1296 MINIMUMKOPPEL TOERENTALREGELING 6 (2.6.23.29)
Het koppelreferentieniveau waaronder de versterking van de toerentalregeling wordt
gewijzigd van ID613 in ID1295. Dit is een percentage van het nominale motorkoppel. De
wijziging wordt gefilterd volgens parameter ID1297.
8
Versterking -%
100 %
PARAMETERBESCHRIJVINGEN
W
Veldverzwakkingspunt
TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
f

Advertenties

loading