PARAMETERBESCHRIJVINGEN
388 AI2 SIGNAALSELECTIE* 234567 (2.2.9, 2.2.21, 2.2.3.1)
Met deze parameter kunt u het AI2-signaal aan de gewenste analoge ingang koppelen. Zie
hoofdstuk 8.9 TTF-programmeringsprincipe (Terminal to Function) voor meer informatie over
de TTF-programmeermethode.
393 AI2 REFERENTIESCHALING, MINIMUMWAARDE 6 (2.2.3.6)
394 AI2 REFERENTIESCHALING, MAXIMUMWAARDE 6 (2.2.3.7)
Extra referentie schaling. Als de waarden van ID393 en ID394 beide nul zijn, wordt de
schaling uitgeschakeld. In dat geval worden de minimum- en maximumfrequenties voor de
schaling gebruikt. Zie parameters ID303 en ID304.
395 AI2 JOYSTICKHYSTERESIS 6 (2.2.3.8)
Deze parameter definieert de dode zone voor de joystick tussen 0 en 20%. Zie ID384.
396 AI2 SLAAPLIMIET 6 (2.2.3.9)
De AC-frequentieregelaar wordt gestopt als het signaalniveau van de AI onder de met deze
parameter gedefinieerde Slaaplimiet daalt. Zie ook parameters ID397 en Afb. 60
Joystickhysteresis met minimumfrequentie van 35 Hz.
Zie ID385.
397 AI2 SLAAPVERTRAGING 6 (2.2.3.10)
Deze parameter bepaalt de tijd die het analoge ingangssignaal onder de met parameter
Slaaplimiet AI2 (ID396) vastgestelde slaaplimiet moet blijven voordat de AC-
frequentieregelaar wordt gestopt.
399 SCHALING VAN STROOMLIMIET 6 (2.2.6.1)
Tabel 147: Selecties voor parameter ID399
Nummer
Naam optie
optie
0
Niet gebruikt
1
AI1
2
AI2
3
AI3
4
AI4
Veldbus (VBProcesDataIN2)
5
Dit signaal zal de maximale motorstroom afstellen op een waarde tussen 0 en de
motorstroomlimiet (ID107).
24-HOUR SUPPORT +358 (0)201 212 575 · EMAIL: VACON@VACON.COM
Beschrijving
Zie hoofdstuk 8.7 Veldbusbesturingsparameters (ID's 850 t/m
859).
VACON · 313
8