Download Print deze pagina

Vacon NX Series Handleiding pagina 338

Verberg thumbnails Zie ook voor NX Series:

Advertenties

VACON · 338
PARAMETERBESCHRIJVINGEN
611 I-VERSTERKING KOPPELLIMIETBESTURING 6 (2.10.3)
Deze parameter bepaalt de I-versterking van de koppellimietregelaar. Hij wordt alleen in de
open-loopbesturingsmodus gebruikt.
612 CL: MAGNETISERINGSSTROOM 6 (2.6.23.1)
De magnetiseringsstroom (nullaststroom) van de motor. De magnetiseringsstroom is
bepalend voor de waarden van de U/f-parameters als deze worden opgegeven vóór de
identificatierun. Als de waarde is ingesteld op 0, wordt de magnetiseringsstroom intern
berekend.
Bij de NXP worden de waarden van de U/f-parameters geïdentificeerd op basis van de
magnetiseringsstroom, mits deze voorafgaand aan de identificatie is afgegeven. Zie
hoofdstuk 8.8 Closed-loopparameters (ID's 612 t/m 621).
613 CL: TOERENTALREGELING P-VERSTERKING 6 (2.6.23.2)
Versterking in % per Hz voor de toerentalregelaar in de gesloten loop motorregelingsmodus.
Een versterkingswaarde van 100% houdt in dat bij de toerentalregelaaruitgang een nominale
koppelreferentie wordt geproduceerd bij een frequentiefout van 1 Hz. Zie hoofdstuk 8.8
Closed-loopparameters (ID's 612 t/m 621).
614 CL: TOERENTALREGELING I-TIJD 6 (2.6.23.3)
Stelt de integratietijdsconstante voor de toerentalregelaar in. Zie hoofdstuk 8.8 Closed-
loopparameters (ID's 612 t/m 621).
ToerentalRegeling Uitgang(k) = TR UIT(k-1) + TR Kp*[Toerentalfout(k) – Toerentalfout(k-1)] +
Ki*Toerentalfout(k)
waarbij Ki = TR Kp*Ts/TR Ti.
615 CL: NULTOERENTIJD BIJ START 6 (2.6.23.9)
Na het geven van de startopdracht blijft de frequentieregelaar op een toerental van nul
gedurende de tijd die met deze parameter is ingesteld. Nadat deze tijd is verstreken, wordt
het toerental vrijgegeven om de ingestelde frequentie/toerentalreferentie te volgen. Zie
hoofdstuk 8.8 Closed-loopparameters (ID's 612 t/m 621).
616 CL: NULTOERENTIJD BIJ STOP 6 (2.6.23.10)
Nadat er een stopopdracht is gegeven en de frequentieregelaar het nultoerental heeft
bereikt, blijven de frequentieregelaar en regelaars actief gedurende de tijd die is ingesteld
met deze parameter. Deze parameter heeft geen effect als de geselecteerde stopfunctie
(ID506) is ingesteld op Uitloop. De nultoerentijd start wanneer de rampingtijd naar
verwachting het nultoerental heeft bereikt. Zie hoofdstuk 8.8 Closed-loopparameters (ID's 612
t/m 621).
617 CL: STROOMREGELING P-VERSTERKING 6 (2.6.23.17)
Stelt de versterking voor de stroomregelaar in. Deze regelaar is alleen actief in de Gesloten
loop regelingsmodus. De regelaar genereert de spanningsvectorreferentie ten behoeve van
de modulator. Zie hoofdstuk 8.8 Closed-loopparameters (ID's 612 t/m 621).
8
TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205

Advertenties

loading