VACON · 410
1382 UITGANGSLIMIET TOERENTALREGELING 6 (2.10.15)
De maximumkoppellimiet voor de toerentalregelaaruitgang als percentage van het nominale
motorkoppel.
8.11
AUTOMATISCH WISSELEN TUSSEN FREQUENTIEREGELAARS (ALLEEN
APPLICATIE 7)
Met de autowisselfunctie kan de start- en stopvolgorde van frequentieregelaars die worden
bestuurd door de pomp- en ventilatorlogica op de gewenste tijdstippen worden gewijzigd. De
frequentieregelaar die wordt bestuurd door de AC-frequentieregelaar kan ook worden
opgenomen in de autowissel en -vergrendelingsvolgorde (P2.9.25). Met de autowisselfunctie
kunt u de draaitijden van de motoren gelijk houden en pompblokkeringen vanwege
bijvoorbeeld te lange onderbrekingen voorkomen.
De autowisselfunctie toepassen met parameter 2.9.24, Autowissel.
•
De autowissel vindt plaats als de tijd die is ingesteld in parameter 2.9.26 (Autowissel
•
interval) is verstreken en de gebruikte capaciteit onder het in parameter 2.9.28
(Frequentielimiet autowissel) ingestelde niveau is uitgekomen.
De frequentieregelaars die in bedrijf zijn, worden gestopt en herstart op basis van de
•
nieuwe volgorde.
De frequentieregelaars worden op de AC-frequentieregelaar of op de netstroom
•
aangesloten middels magneetschakelaars die worden bestuurd via de relaisuitgangen
van de AC-frequentieregelaar. Als de door de AC-frequentieregelaar bestuurde motor is
opgenomen in de autowisselvolgorde, wordt deze altijd bestuurd door de relaisuitgang
die als eerste is geactiveerd. De andere relais die later worden geactiveerd, besturen de
hulpfrequentieregelaars (zie Afb. 98 Voorbeeld van autowissel met 2 pompen, basisschema
en Afb. 99 Voorbeeld van autowissel met 3 pompen, basisschema).
1027 AUTOWISSEL 7 (2.9.24)
Tabel 216: Selecties voor parameter ID1027
Nummer
optie
0
Autowissel niet gebruikt
1
Autowissel gebruikt
De autowissel van de start- en stopvolgorde wordt geactiveerd en toegepast op ofwel alleen
de hulpfrequentieregelaars of de hulpfrequentieregelaar en de frequentieregelaar die door
de AC-frequentieregelaar wordt bestuurd, afhankelijk van de instelling van parameter 2.9.25,
Selectie logica. Standaard wordt de autowissel voor 2 frequentieregelaars geactiveerd. Zie
Afb. 19 Standaard-I/O-configuratie en aansluitvoorbeeld applicatie Pomp- en ventilatorbesturing
(met 2-draads zender) en Afb. 98 Voorbeeld van autowissel met 2 pompen, basisschema.
8
Naam optie
PARAMETERBESCHRIJVINGEN
Beschrijving
TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205