Download Print deze pagina

Vacon NX Series Handleiding pagina 270

Verberg thumbnails Zie ook voor NX Series:

Advertenties

VACON · 270
152 AI4 SIGNAALSELECTIE* 567 (2.2.42, 2.2.5.1)
Zie ID141.
153 AI4 FILTERTIJD 567 (2.2.45, 2.2.5.2)
Zie ID142.
154 AI4 SIGNAALBEREIK 567 (2.2.43, 2.2.5.3)
Zie ID143.
155 AI4 MINIMUM KLANTSPECIFIEKE INSTELLING 67 (2.2.5.3, 2.2.5.4)
156 AI4 MAXIMUM KLANTSPECIFIEKE INSTELLING* 67 (2.2.5.4, 2.2.5.5)
Zie ID's 144 en 145.
162 AI4 SIGNAALINVERSIE 567 (2.2.44, 2.2.5.5, 2.2.5.6)
Zie ID151.
164 MOTORBESTURINGSMODUS 1/2 6 (2.2.7.22)
Contact is open (oc) = Motorbesturingsmodus 1 is geselecteerd
Contact gesloten (oc) = Motorbesturingsmodus 2 is geselecteerd
Zie parameter-ID's 600 en 521.
Alleen in de stoptoestand kan tussen de Open en Gesloten loop regelingsmodi worden
gewisseld.
165 AI1 OFFSET JOYSTICK 6 (2.2.2.11)
Hiermee kunt u het nulfrequentiepunt als volgt opgeven:
Als deze parameter op het display wordt getoond, plaatst u de potentiometer op het
veronderstelde nulpunt en drukt u op het bedieningspaneel op 'Enter'.
AANWIJZING!
Dit heeft echter geen invloed op de referentieschaling.
Druk op de resetknop om de parameterwaarde opnieuw in te stellen op 0,00%.
166 AI2 OFFSET JOYSTICK 6 (2.2.3.11)
Zie parameter ID165.
167 PID-REFERENTIE 1 57 (3.4)
De paneelreferentie van de PID-regelaar kan op een waarde tussen 0 en 100% worden
ingesteld. Deze referentiewaarde is de actieve PID-referentie als parameter ID332 = 2.
8
PARAMETERBESCHRIJVINGEN
TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205

Advertenties

loading