VACON · 336
AANWIJZING!
Met de functies voor warmteregeling kan de werkelijke schakelfrequentie mogelijk
worden verlaagd naar 1,5 kHz. Dit dient u te overwegen als u sinusfilters of andere
uitgangsfilters met een lage resonantiefrequentie gebruikt. Zie parameters ID1084
en ID655.
602 VELDVERZWAKKINGSPUNT 234567 (2.6.4)
Het veldverzwakkingspunt is de uitgangsfrequentie waarbij de uitgangsspanning de
veldverzwakkingspuntspanning bereikt.
603 SPANNING OP VELDVERZWAKKINGSPUNT 234567 (2.6.5)
Boven de frequentie van het veldverzwakkingspunt blijft de uitgangsspanning ingesteld op de
maximumwaarde. Onder de frequentie van het veldverzwakkingspunt wordt de
uitgangsspanning bepaald door de U/f-curveparameters. Zie parameters ID109, ID108, ID604
en ID605.
Wanneer u de ID110 en ID111 (nominale motorspanning en motorfrequentie) inschakelt,
worden de bijbehorende waarden van parameters ID602 en ID603 automatisch ingesteld. Als
u andere waarden wilt instellen voor het veldverzwakkingspunt en de maximale
uitgangsspanning, moet u deze parameters wijzigen nadat u parameters P3.1.1.1 en P3.1.1.2
hebt ingesteld.
604 U/F-CURVE, MIDDELPUNTFREQUENTIE 234567 (2.6.6)
Als ID108 is ingesteld op programmeerbaar, geeft deze parameter de middelpuntfrequentie
van de curve. Zie Afb. 24 Lineaire en kwadratische aanpassing van de motorspanning en
parameter ID605.
605 U/F-CURVE, MIDDELPUNTSPANNING 234567 (2.6.7)
Als de waarde van ID108 programmeerbaar is, geeft deze parameter de middelpuntspanning
van de curve. Zie hoofdstuk 108 Selectie U/f-ratio 234567 (2.6.3).
606 UITGANGSSPANNING BIJ NULFREQUENTIE 234567 (2.6.8)
Deze parameter bepaalt de spanning bij 0 Hz van de U/f-curve. De standaardwaarde is
afhankelijk van het formaat van de unit.
AANWIJZING!
Als de waarde van parameter ID108 wordt gewijzigd, wordt deze parameter
ingesteld op nul. Zie Afb. 25 De programmeerbare U/f-curve.
607 OVERSPANNINGSREGELAAR 234567 (2.6.10)
Wanneer u ID607 of ID608 inschakelt, bewaken de regelaars eventuele variaties in de
voedingsspanning. De regelaars passen de uitgangsfrequentie aan als deze te hoog of te laag
wordt.
8
PARAMETERBESCHRIJVINGEN
TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205