VACON · 340
PARAMETERBESCHRIJVINGEN
626 CL: ACCELERATIECOMPENSATIE 6 (2.6.23.5)
Hiermee stelt u de inertiecompensatie in om tijdens acceleratie en deceleratie de
toerentalrespons te verbeteren. De tijd wordt bepaald als acceleratietijd tot nominaal
toerental met nominaal koppel. Deze functie wordt gebruikt wanneer bekend is dat met de
inertie van het systeem de beste toerentalnauwkeurigheid wordt bereikt bij alternerende
referenties.
Tijdconstante acceleratiecompensatie
J = Systeeminertie (kg*m
)
2
f
= Nominale motorfrequentie (Hz)
nom
T
= Nominaal motorkoppel
nom
P
= Nominaal motorvermogen (kW)
nom
627 CL: MAGNETISERINGSSTROOM BIJ START 6 (2.6.23.7)
Bepaalt de stroom die op de motor wordt aangebracht wanneer het startcommando wordt
gegeven (in Gesloten loop regelingsmodus). Bij het starten wordt deze parameter in
combinatie met parameter ID628 gebruikt om de motor sneller het maximale koppel te laten
genereren.
628 CL: MAGNETISERINGSTIJD BIJ START 6 (2.6.23.8)
Bepaalt hoe lang de magnetiseringsstroom (ID627) op de motor wordt aangebracht bij de
start. De magnetiseringsstroom bij de start wordt gebruikt om de motor voor te
magnetiseren voordat deze begint te draaien. Dit verbetert de koppelprestaties bij het
starten. De benodigde tijd is afhankelijk van de afmeting van de motor. De parameterwaarde
varieert van 100 ms tot 3 seconden. Hoe groter de motor, des te langer de functie nodig
heeft.
631 IDENTIFICATIE 23456 (2.6.13, 2.6.16)
Tijdens de identificatierun worden de motorparameters gemeten of berekend die nodig zijn
voor een correcte besturing van de motor en het toerental.
De identificatierun helpt u om de specifieke eigenschappen van de motor en de
frequentieregelaar in te stellen. Het is een hulpmiddel voor de inbedrijfstelling en het
onderhoud van de frequentieregelaar. Het doel is om de optimale parameterwaarden voor de
besturing van de frequentieregelaar te vinden.
8
TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205