Oprijhulpmiddelen gebruiken
– Oprijhulpmiddelen als: Oprijplanken / -platen / -rails en
laadwanden vergemakkelijken het laden en lossen.
– Oprijhulpmiddelen zijn qua belastbaarheid afgestemd
op het betreffende type aanhanger.
– Oprijhulpmiddelen zijn niet ontworpen voor
puntbelastingen.
Zie voor de bediening van oprijhulpmiddelen de
gebruiksaanwijzing voor uw type aanhanger deel 2.
Het rijden over de oprijhulpmiddelen met bijv.
pallettrucks, mobiele hefplatforms is niet
toegestaan – deze veroorzaken een hoge
puntbelasting als gevolg van de kleine wielen.
WAARSCHUWING
Oprijhulpmiddelen overbelasten!
Het rijden over oprijhulpmiddelen kan leiden tot verlies van
stabiliteit en breuk.
Tijdens het laden / lossen kunnen ze naar beneden vallen
– gevaar voor stoten / beknelling!
Belast de oprijhulpmiddelen niet meer dan max. is
toegestaan – zie de belastbaarheidsgegevens op de
sticker of in de gebruiksaanwijzing deel 2 voor het betref-
fende type aanhanger.
Controleer vóór het laden of het max. draagvermogen
niet wordt overschreden door de lading / door het voer-
tuig.
Rij niet met een gedeformeerde oprijhulp – vervang
defecte oprijhulpmiddelen.
3
Afb. 73 Veiligheid tijdens het bedienen
1
Steunpoten
2
Oprijplaat
3
Rand van de laadruimte-vloer
Voorwaarden:
– Steuninrichtingen (Afb. 73 /1) zijn in de steunstand
geplaatst – stabiliteit wordt gewaarborgd.
– Oprijhulpmiddelen bijv. oprijplaten / oprijplanken
(Afb. 73 /2) zijn op de spoorbreedte van het te laden
voertuig geplaatst.
– Oprijhulpmiddelen zijn geborgd zodat ze niet van de
rand van de laadruimte-vloer (Afb. 73 /3) kunnen
schuiven.
– Oprijhoek is niet groter dan die 30% helling (max. 16,5°).
VOORZICHTIG
Oprijhulpmiddelen bedienen!
U kunt bij het neerlaten / neerklappen / plaatsen
van de oprijhulpmiddelen uw handen / vingers /
voeten kneuzen tussen de grond en oprijhulp.
Bij het sluiten van de oprijhulpmiddelen kunnen uw
1
vingers / handen bekneld raken tussen hoekrongen
/ randen van wanden en oprijhulpmiddelen.
2
,
dragen.
Klap / zet de oprijhulpmiddelen gecontroleerd neer –
laat ze niet vallen.
Ga bij het naar beneden klappen / brengen van de oprij-
hulpmiddelen zijdelings ernaast staan – niet in het
gebied waar u bekneld kunt raken.
Houd afstand.
F - 070
Zorg ervoor dat uw voeten niet onder de oprijhulpmid-
delen staan.
4
Oprijhulpmiddelen
Chassis
95