3
Aanhanger aan- / afkoppelen
Veiligheidskoppeling (antislingerkoppeling)
1
Afb. 14 Voorwaarde voor de veiligheidskoppeling
1
Kogelkop (vrij van vuil en vet, blank metaal)
WAARSCHUWING
Rijden met ingevette / vuile balkop!
De werking van de veiligheidskoppeling is niet
gewaarborgd. De dempende werking is sterk verminderd –
gevaar voor slingeren / ongevallen!
Rij niet met de aanhanger wanneer de kogelkop in de
autokoppeling is ingevet.
Maak de kogelkop vóór vertrek vrij van verontreini-
gingen / vet / coating / roest – gebruik spiritus of wasben-
zine.
Controleer vóór vertrek of de kogelkop geen groeven /
vervormingen heeft.
Laat een versleten koppelingskogel vervangen in een
gespecialiseerde werkplaats.
36
Gebruik
A50-1 / 94/20/EG
B - 109
Afb. 15 Voorwaarden / minimumafmetingen
– Veiligheidskoppelingen gaan slingerende en
onverhoedse bewegingen van de aanhanger tegen
tijdens het rijden in bochten/ door kuilen in de weg.
– Ze hebben een dempende werking door
frictievoeringen.
– Veiligheidskoppelingen worden voornamelijk gebruikt
bij paardentrailers of tijdens het vervoer van kwetsbare
goederen.
– Voor het gebruik van een veiligheidskoppeling moet
worden voldaan aan de vereisten voor de
kogelkoppeling van de auto (Afb. 15 )
– Het draaibereik is hetzelfde als bij een normale
trekkogelkoppeling: Verticaal: ± 25° / Horizontaal: ± 20°
De handgreep van de kogelkoppeling of de
stabilisatiehandgreep en de handremhendel
mogen niet worden gebruikt om te manoeuvreren –
gevaar voor beschadiging van de mechanische
onderdelen!
1
2
Afb. 16 Voorbeeld: ALKO AKS 3004-3504
1
Stabilisatiehandgreep (voor frictievoeringen)
B - 110
2
Koppelingshendel
3
Slijtageaanduiding
4
Veiligheidsindicatie
1
2
3
Afb. 17 Voorbeeld: Winterhoff WS3000
1
Hendel
2
Slijtageaanduiding
3
Controle-indicator
3
4
B - 108
B - 107