4
Steuninrichtingen
Steunwiel zwenkbaar
Afb. 17 Steunstand
1
Zwengel
2
Cilinder
3
Montagesteun met beugelvergrendeling
4
Steunwiel
Het zwenkbare steunwiel (Afb. 17 /4) kan via de geveerde
beugelvergrendeling (Afb. 17 /3) snel worden bediend.
De inklapbare zwengel (Afb. 17 /1) voorkomt onbevoegde
bediening bijv. door kinderen.
78
Chassis
Zwenken in de rijstand
1
2
4
3
4
F - 042
Afb. 18 Steunwiel in de rijstand
1
Zwengel
2
Cilinder
3
Beugel
4
Steunwiel
Draai het steunwiel (Afb. 18 /4) omhoog.
Zet de zwengel (Afb. 18 /1) in de ingeklapte stand.
Trek aan de beugel (Afb. 18 /3) en zwenk hierbij het
steunwiel in de horizontale stand.
Het steunwiel is parallel met de trekbuis uitgelijnd.
Zwenken in de steunstand
3
2
1
F - 044
Afb. 19 Steunwiel bedienen
1
2
3
Trek aan de beugel (Afb. 19 /3) en zwenk hierbij de
cilinder (Afb. 19 /2) in de verticale stand – totdat de
cilinder wordt vergrendeld.
Druk de zwengel (Afb. 19 /1) tegen de veer en klap deze
uit.
Draai het steunwiel met de zwengel naar beneden.
Het steunwiel staat in de steunstand – zie (Afb. 17 ).
2
3
1
Zwengel
Cilinder
Beugel
F - 043