4
Steuninrichtingen
Afstand tot de ondergrond
Afb. 22 Luchtspleet tijdens het laden
1
Steunvoet
2
Luchtspleet
3
Ondergrond
Geldig voor de varianten:
– Uitschuifbare steunpoten
– Telescopische steunen
– Klapsteunen
Laten zakken om te laden
Laat de steunpoten zakken zodat een luchtspleet
~ 4-6 cm
(Afb. 22 /2) van
tussen ondergrond
(Afb. 22 /3) en steunpoot (Afb. 22 /1) overblijft.
Laten zakken om te lossen
Zet de steunpoten helemaal tot aan de ondergrond
omlaag.
80
Chassis
Hoogteverstelling telescopische steunen
1
2
3
~ 4-6 cm
F - 019
Afb. 23 Telescopische steun, in hoogte verstelbaar
1
Boorgat
2
Stelpoot
3
Borgpen
4
Beugelbeveiliging
Verlengen
Druk de beugelbeveiliging (Afb. 23 /4) uit de borgpen
(Afb. 23 /3).
Zet de stelpoot (Afb. 23 /2) naar beneden zodat deze in
een boring (Afb. 23 /1) kan worden vergrendeld.
Draai indien nodig de steunpoten iets omhoog.
Steek de borgpen erin en borg hem met de
beugelbeveiliging.
Verkorten
Ontgrendel de stelpoot.
Zet de stelpoot helemaal naar boven zodat hij in de
laatste boring kan worden vergrendeld.
Steek de borgpen erin en borg hem met de
beugelbeveiliging.
Hoogteverstelling klapsteunen
1
1
2
2
3
4
4
F - 025
Afb. 24 Klapsteun, in hoogte verstelbaar
1
Veerclip
2
Borgpen
3
Boorgat
4
Stelpoot
Verlengen
Trek de borgclip (Afb. 24 /1) uit de borgpen (Afb. 24 /2).
Zet de stelpoot (Afb. 24 /4) naar beneden zodat deze in
een boring (Afb. 24 /3) kan worden vergrendeld.
Draai indien nodig de steunpoten iets omhoog.
Steek de borgpen erin en zet hem met de borgclip vast.
Verkorten
Ontgrendel de stelpoot.
Zet de stelpoot helemaal naar boven zodat hij in de
laatste boring kan worden vergrendeld.
Steek de borgpen erin en zet hem met de borgclip vast.
1
2
3
F - 018
F - 018