7
Aandraaimomenten
Aandraaimomenten
Schroefdraad
Sterkte 8.8
Aandraaimoment
M5
5,5 Nm
M6
9,6 Nm
M8
23 Nm
M8x1
25 Nm
M10
46 Nm
M10x1,25
49 Nm
M12
79 Nm
M12x1,5
83 Nm
M14
125 Nm
M14x1,5
135 Nm
M16
195 Nm
M16x1,5
210 Nm
M18
300 Nm
M18x1,5
340 Nm
M20
425 Nm
M20x1,5
475 Nm
M22
580 Nm
M22x1,5
630 Nm
M24
730 Nm
M24x2
800 Nm
M27
1100 Nm
M27x2
1150 Nm
M30
1400 Nm
M30x2
1500 Nm
M36
2450 Nm
M36x2
2650 Nm
M42
3930 Nm
Tab. 1 Aandraaimomenten algemeen
146
Controle, verzorging, onderhoud
Schroefverbindingen controleren
Sterkte 10.9
8,1 Nm
14 Nm
34 Nm
37 Nm
67 Nm
71 Nm
115 Nm
1
120 Nm
185 Nm
200 Nm
290 Nm
310 Nm
Afb. 5 Schroefverbindingen aandraaien
1
Momentsleutel
430 Nm
2
Schroefverbinding
485 Nm
610 Nm
Gebruik voor het aandraaien van schroefverbindingen
980 Nm
(Afb. 5 /2) een gekalibreerde momentsleutel (Afb. 5 /1).
Stel de momentsleutel op het juiste aandraaimoment in.
820 Nm
900 Nm
1050 Nm
1150 Nm
1550 Nm
1650 Nm
2000 Nm
2150 Nm
3500 Nm
3780 Nm
5600 Nm
2
1
W - 040
Afb. 6 Sterkte / uitvoering
1
Bout (specificatie 8.8 op de kop)
2
Zelfborgende moer
Lees de specificatie af op de schroefverbindingen zelf
(reliëf 8.8 of 10.9).
Voorbeeld zie (Afb. 6 /1).
Gebruik zelfborgende moeren (Afb. 6 /2) slechts één
keer – de klemwerking van de plastic ring neemt af bij
hergebruik.
Vervang zelfborgende moeren nadat de
schroefverbinding is losgeschroefd.
Controleren / draai de bouten / moeren tot de
voorgeschreven aandraaimomenten (zie tabel 1 op
pagina 146) aan.
2
W - 041