4
Steuninrichtingen
Telescopische steunen
1
3
2
4
Afb. 28 Steunstand, vergrendeld
1
Zwengelaanzet
2
Borgpen met beugelbeveiliging
3
Stelpoot
1
Afb. 29 Zwengel, vergrendeld
1
Zwengelhouder (optioneel)
– De bediening vindt plaats met een zwengel.
– Stabiele ondersteuning tijdens langdurig verblijf.
– Ontlasting van de geparkeerde aanhanger met lading.
82
Chassis
Omlaagzetten
1
2
F - 006
Afb. 30 Telescopische steun omlaag draaien
1
Zwengelaanzet
2
Zwengel
3
Stelpoot
AANWIJZING
Aanhanger met behulp van steunen opheffen!
De steunen kunnen bij het bedienen worden overbelast en
een defect bij het mechaniek veroorzaken.
Til de aanhanger niet met de steunpoten omhoog.
Verwijder de zwengel uit de zwengelhouder (Afb. 29 /1).
Plaats de zwengel (Afb. 30 /2) op de zwengelaanzet
(Afb. 30 /1).
Draai de zwengel totdat de stelpoot (Afb. 30 /3) de
F - 087
ondergrond bereikt.
Omhoogzetten
3
F - 007
Afb. 31 Rijstand
1
Stelpoot
AANWIJZING
Ongelijke ondersteuning van de aanhanger!
Een ongelijkmatige ondersteuning van de aanhanger kan
de steunpoten eenzijdig belasten en tot defecten leiden.
Draai de steunen gelijkmatig naar beneden.
Voorkom schuine plaatsing van de aanhanger.
Draai de stelpoot (Afb. 31 /1) helemaal omhoog.
Berg de zwengel op en zet hem vast.
1
F - 008
F - 008