Oploop- / omkeerinrichting
1
2
Afb. 49 Oploopinrichting: Smeerpunten
1
Smeernippel oploopinrichting
2
Smeernippel omkeerinrichting
De oploop- / omkeerinrichting van het remsysteem
moet bij te veel speling worden afgesteld of bij een
defect worden vervangen.
Smeer de oploopinrichting met een vetspuit via de
bovenste smeernippels (Afb. 49 /1).
Smeer de omkeerinrichting via de smeernippel
(Afb. 49 /2) en olie de lagers.
Voer een remtest uit en controleer of het remsysteem
goed functioneert.
Tandemcompensatie / remkabels
1
2
W - 060
Afb. 50 Tandemcompensatie: Smeerpunten
1
Bowdenkabel
2
Open remkabels / smeerpunten
3
Individuele compensatie per wielrem
4
Tandemcompensatie van alle wielremmen
5
Remstangenstelsel
6
Remstanghouder
De tandemcompensatie is verantwoordelijk voor
het gelijkmatig remmen van alle wielremmen. Alle
bowdenkabels (Afb. 50 /1) moeten volgens de
voorschriften afgesteld en gesmeerd worden. De
remstanghouder (Afb. 50 /6) voorkomt foutieve
remwerking.
Vet de open remkabels (Afb. 50 /2) in.
Bedien de handrem enkele keren – het vet verdeelt zich.
Voer indien nodig een aanpassing van de
tandemcompensatie (Afb. 50 /3) uit.
In hoogte verstelbare dissel
5
4
3
6
W - 061
Afb. 51 HV-dissel: Smeerpunten
1
Smeernippel oploopinrichting
2
Smeernippel voorste lager
3
Smeernippel achterste lager
4
Vertanding
5
Vergrendelingshendel (schroefdraad)
De HV-dissel moet voor het smeren worden
losgemaakt en meerdere keren worden versteld.
Hij moet indien nodig veilig worden ondersteund!
Smeer de oploopinrichting met een vetspuit via de
bovenste smeernippels (Afb. 51 /1).
Draai de vergrendelingshendel los (Afb. 51 /5) en smeer
de schroefdraad.
Smeer alle lagers (Afb. 51 /12,3) via de smeernippel.
Vet de vertanding (Afb. 51 /4) in.
Stel de vereiste koppelingshoogten in en vergrendel de
HV-dissel met de vergrendelingshendel.
Smeerwerkzaamheden
1
2
3
4
W - 065
Controle, verzorging, onderhoud
7
5
163