Extra informatie voor 13-polige stekkertoewijzing
9* Continue stroom
Sluit in geen geval contact nr. 10 aan op contact nr. 9 in
de stekker.
Dit kan schade aan de trekkende voertuig of aan de
besturingselektronica van het trekkende voertuig
veroorzaken.
Dit contact is niet op de stekker aangesloten!
Het contact is alleen aangesloten bij de contactdoos van de
auto als de autokoppeling samen met de auto wordt
geleverd.
10*Laadkabel
Gebruik voor de laadstroom uitsluitend de contacten
nr. 10 en 11 – volgens DIN ISO 11446.
Normaal gesproken is dit contact niet aangesloten
in de contactdoos van de auto!
Als deze niet zijn geïnstalleerd of aangesloten in de
stekkerdoos van het trekkende voertuig, moeten hier de
betreffende verbindingen worden geïnstalleerd.
De laadkabel moet via een scheidingsrelais op de accu
worden aangesloten, zodra het contact wordt ingeschakeld
of de motor draait.
11* Massa stroomcircuit voor laadkabel
Verbind in geen geval contact nr. 11 (massa laadstroom)
met contact nr. 13 (massa continue stroom).
Normaal gesproken is dit contact niet aangesloten
in de contactdoos van de auto!
Beide aarddraden mogen aan de kant van de aanhanger
niet elektrisch geleidend worden verbonden.
Druppellading
Trekkende voertuigen zonder stekkerdoos
overeenkomstig DIN ISO 11446 hebben normaal
gesproken geen scheidingsrelais.
De gevolgen zijn: Beschadiging van de startaccu of
elektronica van de auto en diepe ontlading van de
startaccu.
In geval van een correct aangesloten laadkabel
overeenkomstig DIN ISO 11446 wordt de voedingsaccu
van de aanhanger via de laadkabel, in de 13-polige
contactdoos op het trekkende voertuig, tijdens het rijden
opgeladen.
Houd er rekening mee dat het hier voornamelijk om een
druppellading gaat en niet om een volledige oplading van
de voedingsaccu.
Als slechts korte afstanden worden gereden, kan het zijn
dat de laadtijd ook onvoldoende is voor de druppellading.
Voor een volledige oplading van de voedingsaccu is de
dwarsdoorsnede van de kabels in de meeste trekkende
voertuigen (auto's) te klein. Het vermogen van de dynamo
is normaal gesproken onvoldoende om een extra
voedingsaccu van een aanhanger volledig op te laden.
Contacttoewijzing
Afb. 14 Tester
1
Accubewaker
2
Smartphone
AANWIJZING
Niet geladen / zwakke aanhangeraccu!
De accu van de aanhanger kan storingen veroorzaken in
het motorstartrelais van het trekkende voertuig.
Controleer regelmatig de prestaties van de accu.
Laad de accu via een externe acculader volledig op.
Onderhoud de prestaties van de accu voor langere peri-
odes van inactiviteit met een druppellading.
Controleer bijv. met een accubewaker (Afb. 14 /1) de
laadtoestand van de accu.
Sluit de contacten aan op de positieve en negatieve
aansluitingen van de accu.
Download met uw smartphone de app
'IntAct Battery-Guard'.
Controleer de laadtoestand via Bluetooth.
Elektrisch systeem
6
1
2
E - 015
139