Mechanische installatie
4
Reductor met volle as
4.5
Reductor met volle as
4.5.1
Aandrijfelementen en overbrengingscomponenten monteren
48
Montage- en technische handleiding – Explosieveilige reductoren
Als de klant de reductor zelf lakt, levert SEW‑EURODRIVE op verzoek ongelakte re-
ductoren die alleen van grondlak zijn voorzien. Afhankelijk van de grondlak moet de
klant de eisen van de lakstructuur volgens DIN EN 80079-36 met betrekking tot laag-
dikte en geleidbaarheid van de lak in acht nemen.
Laagdikte van de grondlak
Standaard, OS1: ≥ 200 μm
OS2, OS3, OS4: > 200 μm
AANWIJZING
Als de aandrijvende en uitgaande elementen onder de richtlijn 2014/34/EU vallen, is
hiervoor een Ex-goedkeuring nodig.
AANWIJZING
Er mogen alleen riemen met voldoende elektrische lekweerstand < 10
bruikt.
LET OP
Schade aan het lager, de behuizing of de assen door ondeskundige montage.
Mogelijke materiële schade.
•
Monteer de aandrijvende en uitgaande elementen uitsluitend met behulp van een
optrekhulpstuk (zie het hoofdstuk "Optrekhulpstuk gebruiken" (→ 2 49)). Ge-
bruik voor het aanbrengen het centergat met draad die aan het aseinde zit.
•
Schuif de riemschijven, koppelingen, rondsels etc. in geen geval met hamersla-
gen op het aseinde.
•
Let bij de montage van riemschijven op de juiste riemspanning volgens de opga-
ve van de fabrikant.
•
Zorg ervoor dat opgezette overbrengingselementen uitgebalanceerd zijn en geen
ontoelaatbare radiale of axiale krachten veroorzaken. De toelaatbare waarden
vindt u in de catalogus "Motorreductoren" of "Explosieveilige aandrijvingen".
AANWIJZING
Wanneer u het uitgaande element met glijmiddel insmeert of kort tot 80 °C – maxi-
maal 100 °C verwarmt, wordt de montage vergemakkelijkt.
Te gebruiken lak
Alle lak
Alleen geleidende en geteste lak
9
Ω worden ge-