Ø oliepeilboring
M22 × 1,5
M33 × 2
M42 × 2
5. Als het oliepeil te laag is, moet u het ontluchtingsventiel losdraaien en dezelfde
6. Draai het ontluchtingsventiel en de oliepeilschroef weer vast. Let op de aanhaal-
Olie controleren via olieaftapschroef
Ga als volgt te werk om de reductorolie te controleren:
1. Let op de aanwijzingen aan het begin van dit hoofdstuk "Inspectie/onder-
2. Bepaal de positie van de olieaftapschroef met behulp van de ruimtelijke-positiebla-
3. Tap wat olie af bij de olieaftapschroef.
4. Controleer de oliekwaliteit:
5. Controleer het oliepeil. Zie hoofdstuk "Oliepeil controleren via oliepeil-
Olie verversen via olieaftapschroef en ontluchtingsventiel
Verbrandingsgevaar door hete reductor en hete reductorolie.
Ernstig lichamelijk letsel.
•
1. Let op de aanwijzingen aan het begin van dit hoofdstuk "Inspectie/onder-
soort olie via het gat van het ontluchtingsventiel bijvullen (neem hiervoor eventueel
contact op met SEW‑EURODRIVE).
momenten in hoofdstuk "Aanhaalmomenten voor oliepeil-, olieaftap- en afsluit-
schroeven, ontluchtingsventielen en oliekijkglazen" (→ 2 42).
houd" (→ 2 135)
den. Zie het hoofdstuk "Ruimtelijke posities" (→ 2 166).
•
Viscositeit
•
Als u kunt zien dat de olie erg is vervuild, wordt geadviseerd de olie buiten de
in het hoofdstuk "Inspectie- en onderhoudsintervallen" (→ 2 138) vermelde on-
derhoudsintervallen om te verversen.
schroef" (→ 2 148).
WAARSCHUWING
Laat de reductor afkoelen, voordat u met de werkzaamheden begint! De reduc-
torolie moet bij het aftappen nog warm zijn, zodat de olie dan beter stroomt en de
reductor zo leeg mogelijk loopt.
houd" (→ 2 135)
Montage- en technische handleiding – Explosieveilige reductoren
Inspectie-/onderhoudswerkzaamheden aan de reductor
Minimaal vulpeil: markering X op de oliepeilstok
(zie onderstaande afbeelding)
mm
1,5
2
Inspectie/onderhoud
3
4
5
3
4
5
9007199273378699
6
149