7.7
Ruimtelijke-positiebladen
7.7.1
Legenda bij de ruimtelijke-positiebladen
AANWIJZING
De posities van het ontluchtingsventiel, de oliepeilschroef en de olieaftapschroef die
in de ruimtelijke-positiebladen zijn vermeld, zijn bindend en voldoen aan het monta-
gevoorschrift.
Motoren zijn in de ruimtelijke-positiebladen alleen weergegeven als symbolen.
AANWIJZING
Bij reductoren met volle as: de afgebeelde as is altijd aan de A-zijde.
Bij opsteekreductoren: de gestippelde as geeft de machine-as aan. De uitgaande
aszijde (positie van de uitgaande as) wordt altijd aan de A-zijde afgebeeld.
AANWIJZING
De SPIROPLAN
ruimtelijke positie. Voor een betere oriëntatie worden echter ook voor de
SPIROPLAN
AANWIJZING
Bij de SPIROPLAN
tielen, oliepeilschroeven of olieaftapschroeven worden aangebracht.
AANWIJZING
Enkele reductoren zijn alleen verkrijgbaar in de ruimtelijke positie M0. In dit geval
wordt de reductor geleverd als een universele ruimtelijke positie en kan door de klant
aan verschillende ruimtelijke posities worden aangepast. Overleg indien nodig met
SEW‑EURODRIVE.
AANWIJZING
De SPIROPLAN
een ontluchtingsventiel en in de ruimtelijke positie M2 van een olieaftapschroef.
Gebruikte symbolen
In de onderstaande tabel is te zien wat de symbolen betekenen die in de ruimtelijke-
positiebladen zijn gebruikt.
Symbool
®
-motorreductoren W..10, W..20 en W..30 zijn onafhankelijk van de
®
-motorreductoren de ruimtelijke posities M1 tot M6 weergegeven.
®
-motorreductoren W..10 tot W..30 kunnen geen ontluchtingsven-
®
-motorreductoren W..9 zijn in de ruimtelijke positie M4 voorzien van
Ontluchtingsventiel
Oliepeilschroef
Olieaftapschroef
Montage- en technische handleiding – Explosieveilige reductoren
Ruimtelijke-positiebladen
Betekenis
Bouwvormen
7
169