Het minimale vulniveau komt overeen met de markeringen op de oliepeilstok.
Ø oliepeilboring
M10 x 1
5. Als het oliepeil te laag is, moet er via de oliepeilboring nieuwe olie tot de onderkant
6. Draai de oliepeilschroef er weer in. Let op de aanhaalmomenten in het hoofdstuk
Olie controleren via oliepeilschroef
Ga als volgt te werk om de olie van de reductor te controleren:
1. Let op de aanwijzingen aan het begin van dit hoofdstuk "Inspectie/onder-
2. Tap wat olie af bij de oliepeilschroef.
3. Controleer de oliekwaliteit.
4. Controleer het oliepeil. Zie het vorige hoofdstuk.
Olie verversen via oliepeilschroef
Verbrandingsgevaar door hete reductor en hete reductorolie.
Ernstig lichamelijk letsel.
•
1. Let op de aanwijzingen aan het begin van dit hoofdstuk "Inspectie/onder-
2. Stel de reductor op in ruimtelijke positie M5 of M6. Zie hoofdstuk "Ruimtelijke posi-
3. Plaats een vat onder de oliepeilschroef.
4. Verwijder de oliepeilschroeven aan de A- en B-zijde van de reductor.
5. Tap de olie volledig af.
van de boring worden bijgevuld.
"Aanhaalmomenten voor oliepeil-, olieaftap- en afsluitschroeven, ontluchtingsven-
tielen en oliekijkglazen" (→ 2 42).
houd" (→ 2 135)
•
Viscositeit (zo nodig uit te voeren door een geschikt laboratorium)
•
Als u kunt zien dat de olie erg is vervuild, wordt geadviseerd de olie buiten de
in hoofdstuk "Inspectie- en onderhoudsintervallen" (→ 2 138) vermelde onder-
houdsintervallen om te verversen.
WAARSCHUWING
Laat de reductor afkoelen, voordat u met de werkzaamheden begint! De reduc-
torolie moet bij het aftappen nog warm zijn, zodat de olie dan beter stroomt en de
reductor zo leeg mogelijk loopt.
houd" (→ 2 135)
ties" (→ 2 166).
Montage- en technische handleiding – Explosieveilige reductoren
Inspectie-/onderhoudswerkzaamheden aan de reductor
Minimaal vulniveau: markering X op de oliepeilstok
(zie onderstaande afbeelding)
1,5
2
Inspectie/onderhoud
mm
1,5
3
4
5
9007199273378699
6
159