Inbedrijfstelling
5
5
Inbedrijfstelling
120
Montage- en technische handleiding – Explosieveilige reductoren
LET OP
Door een ondeskundige inbedrijfstelling kan de reductor beschadigd raken.
Mogelijke materiële schade.
•
Houd rekening met onderstaande aanwijzingen.
•
Vermijd open vuur of vonkvorming bij alle werkzaamheden aan de reductor.
•
Controleer vóór de inbedrijfstelling of het oliepeil correct is, zoals beschreven in
hoofdstuk "Inspectie-/onderhoudswerkzaamheden aan de reductor" (→ 2 146). De
hoeveelheden smeermiddel vindt u op het betreffende typeplaatje. Als de reductor
een oliekijkglas heeft, kunt u het oliepeil ook via het oliekijkglas vaststellen.
•
Verwijder de transportbeveiligingen vóór inbedrijfstelling.
•
Controleer de correcte draairichting in ontkoppelde toestand. Let daarbij op onge-
bruikelijke sleepgeluiden tijdens het draaien.
•
Oliepeilschroeven en olieaftapschroeven evenals de ontluchtingsschroeven en-
ventielen moeten vrij toegankelijk zijn.
•
Borg de spie voor het proefdraaien zonder overbrengingscomponenten.
•
Stel bewakings- en beveiligingsinrichtingen ook tijdens het proefdraaien niet buiten
bedrijf.
•
Houd tijdens de inbedrijfstelling van reductoren met servomotor rekening met de
maximale en effectieve waarden van de configuratie. De koper is verplicht om de
gegevens van de eindgebruikers beschikbaar te stellen.
•
Op het typeplaatje staan de belangrijkste technische gegevens vermeld. In de te-
keningen en orderbevestiging zijn aanvullende gegevens die belangrijk zijn voor
het bedrijf opgenomen.
•
Nadat de reductor is opgesteld, dient gecontroleerd te worden of alle bevestigings-
schroeven stevig vastzitten.
•
Zorg ervoor dat de uitlijning na het aanhalen van de bevestigingselementen niet is
gewijzigd.
•
Controleer vóór de inbedrijfstelling of draaiende assen en koppelingen voorzien
zijn van geschikte beschermkappen.
•
Wanneer u een oliekijkglas gebruikt om het oliepeil te bewaken, moet u dit tegen
beschadigingen beschermen.
•
Bescherm de reductor tegen vallende voorwerpen.