HANDREM
1
Los zetten
Bij het los zetten trekt u de hand-
greep iets omhoog waarna u de
knop 1 indrukt en de handgreep
omlaag duwt.
Indien u de handgreep niet vol-
doende terug duwt, blijft op het in-
strumentenpaneel een lampje bran-
den.
Vastzetten
Bij het vast zetten trekt u de hand-
greep omhoog.
De handgreep moet een vrije slag
van ongeveer 10 klikken hebben
voordat de remmen aangrijpen. Om-
dat uw auto zelfstellende achter-
wielremmen heeft, mag de handrem
alleen tijdens werkzaamheden aan
het remsysteem worden afgesteld.
Trek de handrem altijd
aan als u de auto gepar-
keerd heeft, om te voor-
komen
dat
de
wegrolt.
Tijdens het rijden moet de hand-
rem altijd volledig vrij zijn gezet,
anders loopt u het risico van
oververhitting van de remmen.
STUURBEKRACHTIGING
Laat het stuurwiel niet te lang in een
uiterste stand gedraaid staan om te
voorkomen dat de stuurbekrachti-
gingsolie te warm wordt.
Snelheidsafhankelijke
krachtiging
Indien uw auto is voorzien van een
snelheidsafhankelijke stuurbekrach-
tiging past dit systeem de mate van
bekrachtiging automatisch aan aan
de snelheid waarmee u rijdt.
Bij het parkeren is er veel bekrachti-
ging (voor meer comfort) en met het
toenemen van de snelheid vermin-
dert de bekrachtiging (voor een gro-
tere veiligheid bij snel rijden).
auto
Zet nooit de motor af als
de auto rijdt: bij uitge-
schakelde motor is er
geen stuurbekrachtiging.
stuurbe-
2.07