OLIEPEIL VAN DE MOTOR
Iedere motor verbruikt wat olie voor
het smeren en koelen van de bewe-
gende delen in de motor. Het is
daarom normaal dat u tussen twee
onderhoudsbeurten soms olie moet
bijvullen.
Indien u na de inrijperiode echter
meer dan 0,5 liter olie per 1000 km
moet bijvullen, dient u dit aan uw
Renault-dealer te melden.
Controleer het oliepeil regelmatig
en in ieder geval voor elke grote
reis: vul indien nodig tijdig olie bij
om ernstige schade aan de motor te
voorkomen.
Aflezen van het oliepeil
Het oliepeil moet bij koude motor of
nadat deze geruime tijd heeft stilge-
staan worden gecontroleerd:
U kunt het oliepeil op twee manie-
ren aflezen:
- op het instrumentenpaneel;
- met de peilstaaf.
Bericht 1
Voldoende olie
Bericht 2
Voorbeeld van het
oliepeil
Bericht 3
Minimumpeil
(knippert)
Aflezen van het oliepeil op het in-
strumentenpaneel
Bij het aanzetten van het contact en
gedurende een halve minuut:
- als het peil goed is , verschijnt op
het display "oil ok": bericht 1 op
het display.
Bijzonderheid: om het oliepeil
nauwkeuriger af te lezen, zet u de
dagteller op nul of drukt u op de
functiekeuzetoets van de boord-
computer, indien uw auto hiermee
uitgerust is.
De blokjes op het display geven het
oliepeil aan. Zij verdwijnen naar-
mate het oliepeil daalt en worden
vervangen door streepjes: voorbeeld
van bericht 2 op het display.
Om andere informatie te kunnen le-
zen op uw boordcomputer, drukt u
opnieuw op de functiekeuzetoets.
- als het oliepeil te laag is: het
woord "ok" verschijnt niet op het
display, de streepjes en het woord
"oil" knipperen (bericht 3 op het
display) en het waarschuwings-
lampje
licht op het instru-
mentenpaneel op.
U mag de motor niet starten zo-
lang u geen olie heeft bijgevuld.
4.05