SLEPEN (bij pech)
- Renault adviseert het ge-
bruik van een onbuig-
zame sleepstang. Indien
u een touw of kabel ge-
bruikt bij het slepen (als dit wet-
telijk toegestaan is), moet de au-
to die gesleept wordt nog kun-
nen remmen.
- De auto die gesleept wordt, moet
te allen tijde bestuurbaar zijn.
- Tijdens het slepen, moet zo veel
mogelijk het plotseling gas ge-
ven of remmen vermeden wor-
den om beschadiging aan de au-
to te voorkomen.
- U mag in ieder geval niet harder
dan 25 km/uur rijden.
(vervolg)
Slepen van een auto met een au-
tomatische transmissie
Wanneer de motor niet draait wordt
de automatische transmissie niet ge-
smeerd; u kunt dan ook de auto het
beste laten slepen met beide voor-
wielen van de grond (en niet de ach-
terwielen) of op een plateau vervoe-
ren.
De auto kan ook bij uitzondering,
worden gesleept aan het sleepoog
over een afstand van ten hoogste
50 km.
1
2
3
De selecteurhendel moet in
N staan.
Indien de selecteurhendel 1
niet uit de stand P kan
worden verzet als u het rempedaal
indrukt, dan kunt u de hendel als
volgt met de hand vrijzetten.
Maak hiertoe de bovenkant van de
stofhoes 3 los.
De selecteurhendel kan worden
verplaatst uit stand P als u tegelijk
op de knop onder de stofhoes en de
ontgrendelknop 2 drukt.
5.33