INSTRUMENTENPANEEL
De aanwezigheid en de werking van de hieronder beschreven lampjes zijn afhankelijk van het land, het uit-
rustingsniveau en eventuele opties van de auto.
12 Aflezen van het oliepeil
Voor een betrouwbare aflezing
van het oliepeil moet de auto
horizontaal staan en mag de
motor geruime tijd niet hebben
gedraaid.
Bij het aanzetten van het con-
tact en gedurende een halve mi-
nuut:
- geeft het display "oil ok" aan,
als het oliepeil correct is.
(Om het oliepeil nauwkeuri-
ger af te lezen, zet u de dag-
teller op nul of drukt u op de
functiekeuzetoets
boordcomputer, indien uw
auto hiermee uitgerust is. De
blokjes op het display geven
het oliepeil aan. Zij verdwij-
nen naarmate het oliepeil
daalt en worden vervangen
door een streepje.)
Om andere informatie te kun-
nen lezen op uw boordcom-
puter, drukt u opnieuw op de
functiekeuzetoets.
(vervolg)
12 - als het oliepeil te laag is, ver-
schijnt het woord "ok" niet
op het display, knipperen de
streepjes en het woord "oil"
en het waarschuwingslampje
SERV licht op.
U mag de motor niet starten
zolang u geen olie heeft bijge-
vuld.
Aflezen boordcomputer
Na 30 secondes, schakelt het
display over naar de boordcom-
puterfunctie: zie de paragraaf
"boordcomputer" in hoofdstuk 1.
van
de
13
Waarschuwingslampje
anti-blokkeer systeem
Dit gaat branden als u
het contact aanzet en gaat daar-
na uit. Als dit lampje tijdens
het rijden oplicht, wijst dit op
een storing in het ABS-systeem.
Er kan dan met de auto worden
geremd als bij een auto zonder
ABS.
Raadpleeg zo spoedig mogelijk
een Renault-dealer.
14
Controlelampje
tingaanwijzers links
rich-
1.61