RESERVEWIEL
1
Reservewiel 4
Het reservewiel bevindt zich in de
bagageruimte.
Om bij het reservewiel te kunnen
komen:
- zet u de achterklep open;
- trekt u de klep omhoog van de
handgreep 1;
- houdt u de klep omhoog met de
haak 2 onder de hoedenplank,
- maakt u de bevestiging 3 los en
open;
5.02
2
4
- verwijdert u de krik;
- draait u de centrale bevestiging
los;
- verwijdert u het gereedschap,
- verwijdert u het reservewiel.
Laat het reservewiel re-
gelmatig controleren. Na
verloop van tijd kan het
door
veroudering
bruikbaar worden.
Gebruik van het reservewiel
Het controlesysteem van de banden-
spanning controleert niet de span-
ning van de reserveband (het door
het reservewiel vervangen wiel ver-
dwijnt van het display en/of het in-
foscherm).
Raadpleeg de paragraaf "systeem
voor het controleren van de banden-
spanning" in hoofdstuk 2.
3
on-
Bij gebruik van het reservewiel,
mag de auto niet sneller rijden
dan 130 km/u.
Auto met een reserve-
wiel dat kleiner is dan
de andere vier wielen.