INFOSCHERM
1
Op het infoscherm 1 verschijnen
verschillende
informatiebood-
schappen, storingsmeldingen en
alarmsignalen
Als er één boodschap is, verschijnt
die alleen op het infoscherm. Zijn er
meerdere boodschappen dan wisse-
len die elkaar af. De boodschappen
die het meest urgent zijn verschij-
nen het eerst op het scherm: dus
eerst de alarmsignalen en dan de
storingen.
1.62
Informatieboodschappen
Deze bieden hulp tijdens het starten
van de auto of geven informatie over
een keuze die gemaakt kan worden
of de manier van rijden.
Voorbeelden van informatiebood-
schappen worden op de volgende
bladzijdes gegeven.
Storingsmeldingen
Deze boodschappen worden in
oranje weergegeven. Ze verschijnen
alleen of afgewisseld door de bood-
schap SERVICE op het scherm.
In het geval van een storingsmel-
ding moet u zo spoedig mogelijk uw
Renault-dealer raadplegen voor het
verhelpen van de storing (met uit-
zondering van het controlelampje
van de ruitensproeiervloeistof).
Voorbeelden van storingsmeldingen
worden op de volgende bladzijden
gegeven.
Alarmsignalen
Deze boodschappen worden in rood
weergegeven. Ze verschijnen alleen
of afgewisseld door de boodschap
STOP op het scherm.
U moet direct stoppen zonder het
overige verkeer in gevaar te brengen
en direct uw Renault-dealer raad-
plegen.
Voorbeelden
van
alarmsignalen
worden op de volgende bladzijdes
gegeven.
Het infoscherm wordt donker
door een druk op de functiekeu-
zetoets van de boordcomputer.
Zie de paragraaf "Boordcompu-
ter" in hoofdstuk 1.
Tegelijk met het oplichten van
bepaalde lampjes, laat het spre-
kend dashboard een waarschu-
wing horen. Raadpleeg hiervoor
de paragraaf "sprekend dash-
board" in hoofdstuk 1.