Schakelindicator dooft: Scha-
keltoerental bereikt.
De toerentalgrenzen en
het brandgedrag van de
schakelindicator kunnen worden
aangepast in het submenu
SETUP EQUIPMENT
Schakelassistent Pro
met schakelassistent Pro
Voorwaarde
De schakelassistent ondersteunt
de berijder bij het op- en terug-
schakelen, zonder dat daarbij de
koppeling bediend moet wor-
den. Het is geen automatische
transmissie. De berijder is een
belangrijk onderdeel van het sys-
teem en beslist over het tijdstip
van de schakelprocedure.
Voorwaarde
Bij het opschakelen moet de
gashendel geopend zijn.
Voorwaarde
Bij het terugschakelen moet de
gashendel gesloten zijn.
OPMERKING
Meer informatie over de scha-
.
kelassistent Pro vindt u in het
hoofdstuk "Techniek in detail".
SU
OPMERKING
Bij het schakelen met de scha-
kelassistent Pro wordt om veilig-
heidsredenen de snelheidsrege-
ling automatisch gedeactiveerd.
Om een versnelling in te scha-
kelen vanuit de neutraalstand,
aan de koppeling trekken en
het schakelpedaal bedienen.
Om de neutraalstand in te
schakelen, aan de koppeling
trekken en het schakelpedaal
bedienen.
Om tijdens het rijden te scha-
kelen, het schakelpedaal bedie-
nen zonder aan de koppeling
te trekken.
De sensor 1 aan de schakel-
stang herkent de schakelwens
en begint met de schakelon-
dersteuning.
Bij constant rijden in lagere
versnellingen met hoge toeren-
tallen kan het schakelen zonder
koppelingsbediening tot sterke
belastingswisselingen leiden.
BMW Motorrad adviseert in
deze rijsituaties alleen met kop-
pelingsbediening te schakelen.
Het gebruik van de schakel-
6
85
z