4
60
Toets 1 zo vaak bedienen, tot
de gewenste rijmodus met
z
markering wordt weergege-
ven.
U kunt kiezen tussen de vol-
gende rijmodi:
RAIN
: voor ritten op natgere-
gend wegdek.
ROAD
: voor ritten op droog
wegdek.
met rijmodi Pro
Daarnaast kunnen nog de vol-
gende rijmodi worden geselec-
teerd:
DYNAMIC
ritten op droog wegdek.
DYNAMIC PRO
rijden (alleen met gemonteerde
codeerstekker).
Als de motorfiets stilstaat wordt
de gekozen rijmodus na circa 2
seconden geactiveerd.
De nieuwe rijmodus wordt tij-
dens het rijden geactiveerd, als
aan de volgende voorwaarden
is voldaan:
Gashendel staat in de statio-
naire stand.
Remhendels zijn niet bediend.
De ingestelde rijstand met de
betreffende aanpassingen van
de motorkarakteristiek, ABS,
ASC/DTC en Dynamic ESA
blijft ook na het uitschakelen
van het contact bewaard.
SU
Codeerstekker
: voor dynamische
aanbrengen
: voor sportief
SU
met rijmodi Pro
Contact uitschakelen (
Buddyseat verwijderen (
Stekker 1 losmaken van de
achterdrager.
41).
64).