alleen de handremhendel wordt
8
bediend.
ABS voor het achterwiel is in-
128
geschakeld.
De detectiefunctie voor het
omhoogkomen van het ach-
terwiel is ingeschakeld. Het
achterwiel moet te allen tijde
op de grond blijven.
SU
met ABS Pro
ABS Pro is volledig beschikbaar.
De neiging tot oprichten, die
de motorfiets heeft in bochten,
wordt tot op een minimum gere-
duceerd.
z
ASC
De ASC grijpt zo vroeg in, dat
een doordraaiend achterwiel zo
veel mogelijk vermeden wordt.
ASC biedt echter minder on-
dersteuning als in de rijmodus
RAIN.
De loskomherkenning van het
voorwiel is ingeschakeld en
voorkomt het omhoogkomen
van het voorwiel.
me de Dynamic Traction Con-
SU
trol (DTC)
DTC
Het DTC-systeem grijpt later in
dan in de RAIN-modus, zodat
lichte drifts bij het uitkomen
van de bocht mogelijk zijn.
De loskomherkenning van het
voorwiel is ingeschakeld en
voorkomt het omhoogkomen
van het voorwiel.
SU
met Dynamic ESA
Dynamic ESA
Er kan uit de dempingsvarian-
ten ROAD en DYNAMIC wor-
den geselecteerd.
Basisafstelling = ROAD
Reactie op het gashendel
De reactie van de motor is op-
timaal en direct.
Het maximumkoppel wordt be-
schikbaar gesteld.
De deceleratie-uitschakeling is
ingeschakeld.
De deceleratie-akoestiek is uit-
geschakeld.
Rijmodus DYNAMIC
SU
met rijmodi Pro
Dynamisch rijden op
droge weg
DYNAMIC
De rijmodus
schikt voor sportief rijden op een
droog wegdek.
ABS
Het ABS-systeem grijpt in deze
modus later in als in de rijmo-
dus ROAD. Het blokkeren van
de wielen wordt nog steeds
vermeden.
De detectiefunctie voor het
omhoogkomen van het achter-
is ge-