Dit kan bijv. na het afzetten
4
van het voertuig gebruikt wor-
den om het pad naar de voor-
44
deur te verlichten.
Parkeerlicht
Contact uitschakelen (
z
Direct na het uitschakelen van
het contact toets 1 naar links
indrukken en vasthouden, tot
het parkeerlicht wordt inge-
schakeld.
Contact in- en weer uitschake-
len om het parkeerlicht uit te
schakelen.
Dagrijlicht
met dagrijlicht
Automatisch of handmatig
dagrijlicht
Het dagrijlicht wordt automatisch
41).
of handmatig in- en uitgescha-
keld.
De dagrijlicht-automaat kan in het
menu worden in- of uitgescha-
keld.
Aanbevolen instelling:
SETUP EQIP: DRL AUTO ON
(DRL: daytime riding light)
De automaat kan met de toets
voor het dagrijlicht tijdelijk wor-
den uitgeschakeld. Het bedie-
nen van de toets voor het dagrij-
licht verandert de instelling in het
menu niet.
Automatisch dagrijlicht
SU
De automatische verlich-
tingsregeling kan de per-
soonlijke inschatting van de
lichtverhoudingen niet ver-
vangen, in het bijzonder bij
mist of vergelijkbare weers-
omstandigheden.
Veiligheidsrisico
Bij slechte lichtomstandighe-
den het dimlicht handmatig
inschakelen.
Motor starten (
De omschakeling tussen dagrij-
licht en dimlicht, incl. stadslicht
voor kan automatisch gebeuren.
WAARSCHUWING
79).
OPMERKING