neutraalstand wordt gestart en
6
vervolgens bij uitgeklapte zijstan-
daard een versnelling wordt inge-
80
schakeld, slaat de motor af.
Bij een koude start en lage
temperaturen, de koppeling
intrekken.
z
De starttoets 1 indrukken.
OPMERKING
Bij onvoldoende accuspanning
wordt de startprocedure automa-
tisch afgebroken. Voor verdere
startpogingen de accu opladen of
starthulp laten geven.
Verdere details vindt u in het
hoofdstuk "Onderhoud" onder
"Starthulp".
De motor slaat aan.
Als de motor niet aanslaat, kan
de storingstabel uitkomst bie-
den. (
194)
Pre-Ride-Check
Na het inschakelen van het con-
tact voert het instrumentenpa-
neel een test uit van de waar-
schuwingslampjes, de toerentel-
ler en het display, de 'Pre-Ride-
Check". Als de motor tijdens de
test wordt gestart, wordt de test
afgebroken.
Fase 1
met alarmsysteem (DWA)
De lichtdiode 1 knippert kort
rood.
Het algemene waarschuwings-
lampje 2 brandt rood.
Op het display worden alle seg-
menten weergegeven.
De controle- en waarschuwings-
lampjes 4 branden.
SU