letten dat er geen krassen op
5
de kuipruit komen.
De kuipruit wordt door veer-
70
kracht in de bovenste of de
onderste eindstand vastgehou-
den.
Rem
Remhendel afstellen
WAARSCHUWING
z
Gewijzigde stand van het
remvloeistofreservoir
Lucht in het remsysteem
Stuurarmatuur resp. stuur niet
verdraaien.
WAARSCHUWING
Instellen van de remhendel
tijdens het rijden
Gevaar voor ongevallen
De remhendel alleen instellen
als de motorfiets stilstaat.
Stelschroef 1 iets indrukken
en vanaf de achterzijde in de
gewenste positie draaien.
OPMERKING
De stelschroef kan gemakkelijker
worden verdraaid wanneer daarbij
de remhendel naar voren wordt
gedrukt.
Instelmogelijkheden:
Van positie 1: grootste afstand
tussen handvat en remhendel
Tot positie 5: kleinste afstand
tussen handvat en remhendel
Veervoorspanning
zonder Dynamic ESA
Instelling
De veervoorspanning moet wor-
den aangepast aan het gewicht
van de berijder, de duopassa-
gier en de belading. Een hoger
gewicht vereist een grotere veer-
voorspanning, een lager gewicht
een geringere veervoorspanning.
WAARSCHUWING
De instellingen van de
veervoorspanning en van de
demping zijn niet ingesteld
op de omstandigheden.
Rijgedrag wordt slechter.
Demping aan de veervoorspan-
ning aanpassen.
SU