11.4.24 Uitgebreide parameter – werkelijke helderheid wordt verzonden om de (hh:mm:ss)
Opties:
–
Hier wordt de tijd ingesteld die tussen het verzenden van twee telegrammen ligt.
11.4.25 Uitgebreide parameter – object voor automatisch / handmatig uit gebruiken
Opties:
–
nee: er is geen afzonderlijk object 'automatisch / handmatig uit'.
–
ja: een 1-bit-communicatieobject 'automatisch / handmatig uit (ingang)' wordt vrijgegeven.
Via dit object is het mogelijk om met een 0-telegram de constantlichtschakelaar voor de tijd
'verlaten van handmatige uit-modus na (hh:mm)' handmatig uit te schakelen. Na deze tijd
zal de constantlichtschakelaar weer automatisch functioneren. Met een 1-telegram kan de
constantlichtschakelaar weer op automatisch worden gezet. Dit is bovendien belangrijk voor
bewegingsonafhankelijk regelen en automatisch uitschakelen.
11.4.26 Uitgebreide parameter – verlaat de handmatig uit-modus na (hh:mm)
Opties:
–
Hier stelt men de tijd waarna de constantlichtschakelaar na handmatig uitschakelen weer
terugschakelt naar het automatisch bedrijf.
11.4.27 Uitgebreide parameter – dode tijd (ss.fff)
Opties:
–
De ingestelde dode tijd wordt gestart na het uitschakelen van de melder door het aflopen
van de nalooptijd of als een uitschakeltelegram op de objecten 'externe impulsdrukker' of
'aktorstatus' wordt ontvangen.
Als binnen deze tijd een beweging wordt gedetecteerd, dan wordt de melder niet meteen
ingeschakeld. De dode tijd wordt eerst met 7 seconden verlengd. Als er na deze 7
seconden nog steeds beweging plaatsvindt, schakelt de melder weer in.
Als tijdens de dode tijd geen beweging wordt gedetecteerd, is de melder na de dode tijd
weer gereed om in te schakelen.
Dit gedrag kan bijvoorbeeld belangrijk zijn als de lamp sterk afkoelt en het detectiebereik
van de melder ligt. Zonder blokkeringen zouden er ongewilde inschakelingen voorkomen.
De dode tijd is bedoeld om direct herinschakelen te verhinderen. Voorbeeld: Een persoon
schakelt het licht handmatig uit omdat hij de ruimte verlaat. Zonder de dode tijd zou de
erkende beweging bij het verlaten een nieuwe inschakeling tot gevolg hebben.
Opmerking
Het object 'externe impulsdrukker' wordt onder de parameter 'externe
impulsdrukker' geactiveerd.
Het object 'aktorstatus' wordt onder de parameter 'statusindicatie' geactiveerd.
KNX Technisch handboek 2CKA002273B8668 │ 23.02.2017
Applicatie-/parameterbeschrijvingen
0:00:10 .. 0:05:00 .. 0:30:00
Nee
Ja
0:05 .. 1:00 .. 12:00
00.100 .. 01.250 .. 59.999
Applicatie 'constantlichtschakelaar'
│92