10
Onderhoud
Het apparaat is onderhoudsvrij. Bij beschadiging (bijvoorbeeld bij transport of opslag) mogen
geen reparaties worden verricht. Als het apparaat wordt geopend, vervalt de aanspraak op
garantie!
Het apparaat moet toegankelijk zijn om bediening, keuring, visuele controle, onderhoud en
reparaties mogelijk te maken (volgens DIN VDE 0100-520).
10.1
Reiniging
Verontreinigde apparaten kunnen worden schoongemaakt met een droge doek. Wanneer dit
niet voldoende is, kan een licht met zeepoplossing bevochtigde doek worden gebruikt. Er
mogen in geen geval bijtende / agressieve of schurende schoonmaakmiddelen zoals
oplosmiddelen worden gebruikt.
KNX Technisch handboek 2CKA002273B8668 │ 23.02.2017
Onderhoud
│63