11.16
Communicatieobjecten – aanwezigheidsmelder – constantlichtregelaar
11.16.1 Px: uitgang 1
Nummer
1 | 19
Via de uitgang wordt de bijbehorende regelwaarde naar de aktor gezonden. Als uitgang 2 actief
is, moet uitgang 1 de lichtlijn met de grootste afstand tot het raam aansturen en uitgang 2 de
lichtlijn met de kleinste afstand tot het raam.
11.16.2 Px: uitgang 2
Nummer
2 | 20
Via de uitgang wordt de bijbehorende regelwaarde naar de aktor gezonden. Als uitgang 2 actief
is, moet uitgang 1 de lichtlijn met de grootste afstand tot het raam aansturen en uitgang 2 de
lichtlijn met de kleinste afstand tot het raam.
11.16.3 Px: automatisch / handmatig uit
Nummer
3 | 21
Via het object kan de regeling worden geactiveerd (automatisch) of gedeactiveerd (handmatig).
Als het object met een bedieningselement is verbonden, wordt met een 0 de regeling
gedeactiveerd en met een 1 geactiveerd. (0 = handmatig uit, 1 = automatisch)
11.16.4 Px: relatief dimmen (dimmer)
Nummer
4 | 22
Het object kan aan een bedieningselement worden gekoppeld. Daarmee is het mogelijk de
verlichting in de ruimte helderder/donkerder te dimmen. De constantlichtregelaar is
gedeactiveerd.
11.16.5 Px: waarde (dimmer)
Nummer
5 | 23
Het object kan met een waardezender worden verbonden. Daarmee kan de verlichting in de
ruimte handmatig worden geregeld. De constantlichtregelaar is gedeactiveerd.
KNX Technisch handboek 2CKA002273B8668 │ 23.02.2017
Communicatieobjecten – aanwezigheidsmelder – constantlichtregelaar
Naam
Px: uitgang 1
Naam
Px: uitgang 2
Naam
Px: automatisch / handmatig uit
Naam
Px: relatief dimmen (dimmer)
Naam
Px: waarde (dimmer)
Applicatie-/parameterbeschrijvingen
Objectfunctie
Uitgang
Objectfunctie
Uitgang
Objectfunctie
Ingang
Objectfunctie
Ingang
Objectfunctie
Ingang
Gegevenstype
5.001 percentage
(0..100%)
5.010 counter pulses
(0..255)
Gegevenstype
5.001 percentage
(0..100%)
5.010 counter pulses
(0..255)
Gegevenstype
1.001 switch
Gegevenstype
3.007 dimming control
Gegevenstype
5.001 percentage
(0..100%)
│176