11.4.7
Algemene parameters – hysteresis (%)
Opties:
–
Schakeldrempel = helderheidsdrempel ± hysteresis.
De hysteresis voorkomt een frequent schakelen, wanneer de omgevingshelderheid zich in de
buurt van de helderheidsdrempel bevindt.
11.4.8
Algemene parameter – nalooptijd (hh:mm:ss)
Opties:
–
De nalooptijd is hier iets anders dan bij de bewegingsschakelaar. Hier wordt de nalooptijd
gestart als de sensoren geen beweging meer detecteren. Als de aanwezigheidsmelder
tijdens de nalooptijd een beweging detecteert, wordt de nalooptijdtimer gestart.
11.4.9
Algemene parameters – gebruikte lamp
Opties:
Door het selecteren van de gebruikte lamp wordt de tijd aangegeven, waarna de
constantlichtschakelaar begint het kunstlichtaandeel buiten beschouwing te laten. Enkele
lampen hebben veel tijd nodig om de maximale helderheid te bereiken, bijvoorbeeld
fluorescentielampen. Meten..Schakelen..Tijd..Meten; Kunstlicht = ∆ helderheid
–
(Compacte) fluorescentielamp: vertragingstijd 4 minuten
–
Led / halogeen: geen vertragingstijd
11.4.10 Algemene parameter – gevoeligheid detector
Opties:
–
Hoog: standaard - bedoeld voor gebruik binnen.
–
Gemiddeld: te gebruiken als er kleinere storende warmtebronnen in het zichtbereik
aanwezig zijn.
–
Laag: te gebruiken als er grotere storende warmtebronnen in het zichtbereik aanwezig zijn.
–
Maximum: te gebruiken als er zich geen enkele storende warmtebronnen in het zichtbereik
bevinden.
Opmerking
De gevoeligheid kan NIET via de reikwijdte worden gewijzigd.
De gevoeligheid heeft betrekking op de sensoren 1, 2, 3, 4.
Bij de apparaten 6131/50-xxx-500 en 6131/51-xxx-500 vervalt deze parameter.
Hiervoor wordt de parameter 'gevoeligheidssensor 1/2 en 3/4' onder de
sensorselectie gebruikt.
KNX Technisch handboek 2CKA002273B8668 │ 23.02.2017
Applicatie-/parameterbeschrijvingen
10 .. 12 .. 100
0:00:10 .. 0:03:00 .. 18:12:15
(Compacte) fluorescentielamp
Led / halogeen
Omhoog
Gemiddeld
Laag
Maximum
Applicatie 'constantlichtschakelaar'
│86