Download Print deze pagina

ABB 6131/20-500 Series Handboek pagina 82

Advertenties

11.3.46 Uitgebreide parameterinstellingen (bewaking) – bewakingstijdvenster
Opties:
Het bewakingstijdvenster houdt verband met de minimale activiteit in het
bewakingstijdvenster. Het telegram wordt pas verzonden als binnen het
bewakingstijdvenster, bijvoorbeeld 50% minimale activiteit, beweging herkend wordt.
Voorbeeld:
Bewakingstijdvenster = 30 seconden
Minimale activiteit in bewakingstijdvenster = 50%
Als zich nu iemand gedurende 15 seconden binnen de 30 seconden beweegt, wordt de waarde
voor inschakelen op de bus verzonden. Let op: de sensor trilt meer of minder na, afhankelijk
van de signaalsterkte.
11.3.47 Uitgebreide parameterinstellingen (bewaking) – minimale activiteit in
bewakingstijdvenster
Opties:
Zie parameter 'bewakingstijdvenster'.
11.3.48 Uitgebreide parameterinstellingen (bewaking) – dode tijd (ss.fff)
Opties:
De ingestelde dode tijd wordt gestart na het uitschakelen van de melder door het aflopen
van de nalooptijd of als een uitschakeltelegram op de objecten 'externe impulsdrukker' of
'aktorstatus' wordt ontvangen.
Als binnen deze tijd een beweging wordt gedetecteerd, dan wordt de melder niet meteen
ingeschakeld. De dode tijd wordt eerst met 7 seconden verlengd. Als er na deze 7
seconden nog steeds beweging plaatsvindt, schakelt de melder weer in.
Als tijdens de dode tijd geen beweging wordt gedetecteerd, is de melder na de dode tijd
weer gereed om in te schakelen.
Dit gedrag kan bijvoorbeeld belangrijk zijn als de lamp sterk afkoelt en het detectiebereik
van de melder ligt. Zonder blokkeringen zouden er ongewilde inschakelingen voorkomen.
De dode tijd is bedoeld om direct herinschakelen te verhinderen. Voorbeeld: Een persoon
schakelt het licht handmatig uit omdat hij de ruimte verlaat. Zonder de dode tijd zou de
erkende beweging bij het verlaten een nieuwe inschakeling tot gevolg hebben.
Opmerking
KNX Technisch handboek 2CKA002273B8668 │ 23.02.2017
0:00:01 .. 0:00:30 .. 00:10:00 hh:mm:ss
10% .. 50% .. 100%
00.100 .. 01.250 .. 59.999
Het object 'externe impulsdrukker' wordt onder de parameter 'externe
impulsdrukker' geactiveerd.
Het object 'aktorstatus' wordt onder de parameter 'statusindicatie'
geactiveerd.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen
Applicatie 'melder'
│82

Advertenties

loading