11.3.27 Parameter helderheid – object voor lichtonafhankelijke detectie gebruiken
Opties:
–
nee: er is geen afzonderlijk object voor de 'lichtonafhankelijke detectie'.
–
ja: er wordt een 1-bit-communicatieobject 'lichtonafhankelijke detectie (ingang)' vrijgegeven.
Via dit object kan men de melder lichtonafhankelijk laten schakelen.
11.3.28 Parameter helderheid – lichtonafhankelijke detectie activeren met
Opties:
–
Aan-telegram: De lichtonafhankelijke detectie wordt met een 1-telegram geactiveerd en met
een 0-telegram gedeactiveerd.
–
Uit-telegram: De lichtonafhankelijke detectie wordt met een 0-telegram geactiveerd en met
een 1-telegram gedeactiveerd.
11.3.29 Parameter helderheid – lichtonafhankelijke detectie na terugkeer busspanning
Opties:
–
Nee: de lichtonafhankelijke detectie is na de terugkeer van de busspanning, een nieuwe
programmering of een reset gedeactiveerd.
–
Ja: de lichtonafhankelijke detectie is na de terugkeer van de busspanning, een nieuwe
programmering of een reset geactiveerd.
11.3.30 Parameter helderheid – ingang slave houdt rekening met helderheid
Opties:
–
nee: ieder AAN-telegram op het object 'ingang slave' zorgt ervoor dat de melder inschakelt
of dat de nalooptijd teruggezet wordt. Dit gebeurt onafhankelijk van de omstandigheid of de
feitelijke helderheid onder of boven de helderheidsdrempel ligt.
–
ja: alleen als de feitelijke helderheid onder de helderheidsdrempel ligt, wordt de melder
ingeschakeld of de nalooptijd teruggezet.
KNX Technisch handboek 2CKA002273B8668 │ 23.02.2017
Applicatie-/parameterbeschrijvingen
Nee
Ja
Aan-telegram
Uit-telegram
Nee
Ja
Nee
Ja
Applicatie 'melder'
│75