11.5.14 Uitgebreide parameter – waarde voor gereduceerde helderheid (%)
Opties:
Hier wordt de waarde voor de gereduceerde helderheid ingesteld. Op deze waarde moet de
melder na afloop van de nalooptijd het licht dimmen.
Uitschakelwaarde ≤ onderste regelgrens ≤ gereduceerde helderheid < bovenste regel- resp.
dimgrens.
11.5.15 Uitgebreide parameter – nalooptijd voor gereduceerde helderheid (hh:mm:ss)
Opties:
–
Hier wordt de waarde voor de nalooptijd met gereduceerde helderheid ingesteld. De
complete nalooptijd bestaat dan uit de nalooptijd + nalooptijd gereduceerde helderheid.
Gebruikte bewegingsdetectie
Opties:
–
alleen intern: de aanwezigheidsmelder reageert alleen op intern gemeten beweging.
–
alleen extern: de aanwezigheidsmelder reageert alleen op telegrammen die via het object
'slave (ingang)' worden ontvangen.
–
intern en extern: de aanwezigheidsmelder reageert intern gemeten beweging en op externe
telegrammen die via het object 'slave (ingang)' worden ontvangen.
11.5.16 Uitgebreide parameters – slave zendt
Opties:
–
cyclisch aan-telegram: de aanwezigheidsmelder die als slave met de master wordt
verbonden verzendt alleen cyclisch aan-telegrammen.
–
aan-/uit-telegram: de aanwezigheidsmelder die als slave met de master wordt verbonden
verzendt aan-/uit-telegrammen.
KNX Technisch handboek 2CKA002273B8668 │ 23.02.2017
Applicatie-/parameterbeschrijvingen
0 .. 20 .. 100
Ja
0:00:10 .. 0:05:00 .. 18:12:15
Alleen intern
Alleen extern
intern en extern
Cyclisch aan-telegram
Aan-/uit-telegram
Applicatie 'constantlichtregelaar'
│101