11.8
Applicatie 'Object-RTR
11.8.1
Algemeen – apparaatfunctie
Opties:
–
Enkel apparaat: het apparaat wordt in een ruimte afzonderlijk als kamerthermostaat ingezet.
–
Masterapparaat: in een ruimte bevinden zich minimaal twee kamerthermostaten. Eén
apparaat moet daarbij het masterapparaat en andere als slave-apparaten/ temperatuur-
sensoren worden geparametreerd. Het masterapparaat moeten via de als zodanig gemar-
keerde communicatieobjecten met de slave-apparaten worden verbonden. Het
masterapparaat voert de temperatuurregeling uit.
–
slave-apparaat/temperatuursensor: in een ruimte bevinden zich minimaal twee kamer-
thermostaten. Eén apparaat moet daarbij het masterapparaat en andere als slave-
apparaten/temperatuursensoren worden geparametreerd. De slave-apparaten moeten via
de als zodanig gemarkeerde communicatieobjecten worden verbonden met het master-
apparaat. Het slave-apparaat bediend de ruimtetemperatuurregelaarfuncties van de master.
11.8.2
Algemeen – regelaarfunctie
Opties:
–
Verwarmen: voor het gebruik van een warmtegestuurde regeling van een afzonderlijke
ruimte. Er wordt op een geparametreerde gewenste temperatuurwaarde geregeld. Voor de
optimale regeling kunnen 'regelaartype' en 'soort verwarming' worden geparametreerd.
–
Verwarmen met extra stand: naast de onder Verwarmen beschreven regelaarfunctie kan
met de extra stand een extra verwarmingscircuit worden aangestuurd. Zo'n extra stand
wordt bijvoorbeeld gebruikt voor het snel opwarmen van een badkamer met
vloerverwarming via een verwarmbaar handdoekenrek.
–
Koelen: voor het gebruik van een koudegestuurde regeling van een afzonderlijke ruimte.
Er wordt op een geparametreerde gewenste temperatuurwaarde geregeld. Voor de optimale
regeling kunnen 'regelaartype' en 'soort koeling worden geparametreerd.
–
Koelen met extra stand: naast de onder Koelen beschreven regelaarfunctie kan met de
extra stand een extra koelapparaat worden aangestuurd. Een dergelijke extra stand wordt
bijvoorbeeld gebruikt voor het snel afkoelen van een ruimte via een extra koelaggregaat.
–
Verwarmen en koelen: voor het gebruik van systeem met twee of vier leidingen waarmee
een ruimte verwarmd of gekoeld wordt. Daarbij wordt tussen verwarmen en koelen
omgeschakeld via een centrale omschakeling (tweeleidingensysteem) of handmatig en/of
automatisch via de ruimtetemperatuurregelaar voor 1 ruimte (vierleidingensysteem).
–
Verwarmen en koelen met extra stand: naast de verwarmings- en koelfuncties kan steeds
een extra stand met een standalone regelaartype worden geparametreerd.
Opmerking
Deze parameter is alleen beschikbaar als de parameter 'Apparaatfunctie' op
'Enkel apparaat' of 'Masterapparaat' staat.
KNX Technisch handboek 2CKA002273B8668 │ 23.02.2017
Applicatie-/parameterbeschrijvingen
Enkel apparaat
Masterapparaat
Slaveapparaat
Verwarmen
Verwarmen met extra stand
Koelen
Koelen met extra stand
Verwarmen en koelen
Verwarmen en koelen met extra standen
Applicatie 'Object-RTR
│122