11.8.104 Alarmfuncties
Opmerking
Deze parameter is alleen beschikbaar als de parameter 'apparaatfunctie' op
'enkel apparaat' of 'masterapparaat' staat.
11.8.105 Alarmfuncties – condenswateralarm
Opties:
Bij gebruik van een fan-coil kan tijdens de werking condenswater ontstaan door te sterke
afkoeling of een te hoge luchtvochtigheid. Het daarmee gepaard gaande condensaat wordt
meestal in een bak opgevangen. Om de container te beschermen tegen overlopen en zo het
apparaat en/of het gebouw te beschermen tegen schade, meldt deze de overschrijding van de
maximale vulstand aan het object 'condenswateralarm' (alleen ontvangend). Daardoor schakelt
de regelaar naar een beschermingsfunctie. Deze wordt op displayapparaten aangegeven met
een bijbehorend symbool. De plaatselijke bediening is geblokkeerd. Bediening is pas weer
mogelijk nadat het alarm gedeactiveerd is.
Opmerking
Deze parameter is alleen beschikbaar als de parameter 'regelaarfunctie' op
'koelen, 'koelen met extra stand', 'verwarmen en koelen' of op 'verwarmen en
koelen met extra standen' staat.
11.8.106 Alarmfuncties – dauwpuntalarm
Opties:
Bij gebruik van koelmachines kan er tijdens de werking dauwwater ontstaan aan de
koelmiddelleidingen door een sterke afkoeling en/of te hoge luchtvochtigheid. De dauwmelder
meldt de dauwvorming via het object 'dauwpuntalarm' (alleen ontvangend). Daardoor schakelt
de regelaar naar een beschermingsfunctie. Deze wordt bij apparaten met display met het
bijbehorende symbool aangegeven. De plaatselijke bediening is geblokkeerd. Bediening is pas
weer mogelijk nadat het alarm gedeactiveerd is.
Opmerking
Deze parameter is alleen beschikbaar als de parameter 'regelaarfunctie' op
'koelen, 'koelen met extra stand', 'verwarmen en koelen' of op 'verwarmen en
koelen met extra standen' staat.
KNX Technisch handboek 2CKA002273B8668 │ 23.02.2017
Applicatie-/parameterbeschrijvingen
Nee
Ja
Nee
Ja
Applicatie 'Object-RTR
│157