Download Print deze pagina

ABB 6131/20-500 Series Handboek pagina 31

Advertenties

Voor de inrichting van een constantlichtschakelaar moeten bepaalde parameterinstellingen
worden aangepast die afhankelijkheden veroorzaken. Deze afhankelijkheden worden in de
afbeelding hierboven getoond.
Er kan een nalooptijd worden ingesteld. Deze tijd begint te lopen als de aanwezigheidsmelder
geen beweging meer detecteert. Daarna wordt via de uitgang een UIT-telegram verzonden naar
de bus. Aangesloten lampen worden uitgeschakeld. De nalooptijd moet altijd langer zijn dan de
'vertraging na inschakelen tot meting van kunstlichtaandeel' ([2] Gebruikte lamp). In het
ongunstigste geval zou de lichtsensor het kunstlichtaandeel meten terwijl de lampen
uitgeschakeld zijn. Omdat de constantlichtschakeling volledig op deze waarde is gebaseerd zou
dit moeten worden vermeden. De 'vertraging na het inschakelen tot meting van
kunstlichtaandeel' ([2] Gebruikte lamp) wordt vooral gebruikt bij lichtbronnen die hun volledige
lichtsterkte pas na enkele seconden bereiken. Fluorescentielampen hebben ca. 250 seconden
nodig om de volledige lichtsterkte bereiken, gloeilampen daarentegen bereiken dit niveau vrijwel
meteen. De 'minimale tijd boven de uitschakeldrempel' [3] zorgt ervoor het kunstlicht pas wordt
ingeschakeld als het aandeel natuurlijk licht in de ruimte een stabiele waarde heeft bereikt. Als
deze tijd te kort is, kan dat leiden tot een ongewenst in- en uitschakelen van de lampen in de
betreffende ruimte. Deze parameter wordt automatisch bepaald door de keuze van de gebruikte
lamp.
Lux
1
Afb. 3:
Regelparameters constantlichtschakelaar bij twee lichtlijnen
[A] Curve kunstlicht lichtlijn 1
[B] Curve kunstlicht lichtlijn 2
[C] Curve zonlicht
Regelparameters:
[1] Gewenste waarde (lx)
[2] Gebruikte lamp (vertragingstijd opgegeven: led/halogeen = geen vertraging; (compacte) fluorescentielamp
= vertraging 4 minuten)
[3] Minimale tijd boven de uitschakeldrempel (min) -> parameterinstelling niet meer aanwezig (wordt
automatisch opgegeven door het aangeven van de gebruikte lamp; -> led/halogeen = 1 minuut
(compacte) fluorescentielamp = 4 minuten)
Opmerking
Er moet ook rekening worden gehouden met de hysteresis. Deze wordt echter
hier niet weergegeven om het eenvoudig te houden.
Hiervoor moet rekening worden gehouden met de bijzondere
parameterinstellingen voor 2 lichtlijnen.
KNX Technisch handboek 2CKA002273B8668 │ 23.02.2017
#1
3
2
#2
#2
12:00
Productbeschrijving
#1
A
B
C
│31

Advertenties

loading