11.3.12 Algemene parameter – helderheidsdrempel intern (lux)
Opties:
–
Met de helderheidsdrempel wordt vastgelegd bij welke luxwaarde de melders moeten
reageren. Als de melder niet ingeschakeld is en de gemeten helderheid boven de ingestelde
drempel ligt, wordt bij beweging geen telegram verzonden.
11.3.13 Algemene parameter – gevoeligheid detector
Opties:
–
Hoog: standaard - bedoeld voor gebruik binnen.
–
Gemiddeld: te gebruiken als er kleinere storende warmtebronnen in het zichtbereik
aanwezig zijn.
–
Laag: te gebruiken als er grotere storende warmtebronnen in het zichtbereik aanwezig zijn.
–
Maximum: te gebruiken als er zich geen enkele storende warmtebronnen in het zichtbereik
bevinden.
Opmerking
De gevoeligheid kan NIET via de reikwijdte worden gewijzigd.
De gevoeligheid heeft betrekking op de sensoren 1, 2, 3, 4.
Bij de apparaten 6131/50-xxx-500 en 6131/51-xxx-500 vervalt deze parameter.
Hiervoor wordt de parameter 'gevoeligheidssensor 1/2 en 3/4' onder de
sensorselectie gebruikt.
11.3.14 Algemene parameter – uitgebreide parameters weergeven
Opties:
–
Nee: alleen de belangrijkste parameters voor het instellen van de melder worden
weergegeven.
–
Ja: alle parameters worden weergegeven, ook parameters die in de meeste gevallen niet
nodig zijn. Voorbeelden:
uitgebreide parameterinstellingen
■
parameter statusindicatie
■
parameter helderheid
■
parameter externe impulsdrukkers
■
KNX Technisch handboek 2CKA002273B8668 │ 23.02.2017
Applicatie-/parameterbeschrijvingen
1 .. 400 .. 1000
Omhoog
Gemiddeld
Laag
Maximum
Nee
Ja
Applicatie 'melder'
│68