Download Print deze pagina

ABB 6131/20-500 Series Handboek pagina 168

Advertenties

Poort: Met de applicatie 'Poort' kunnen bepaalde signalen worden gefilterd en kan de
signaalstroom tijdelijk geblokkeerd worden. De functie heeft drie communicatie-objecten:
'Stuuringang', 'Ingang' en 'Uitgang'. Het ingangs- resp. uitgangsobject kan verschillende
groottes aannemen.
Met de instelling 'niet toegewezen' kan de bitgrootte vrij worden toegekend. Dat betekent,
dat het/de eerste interne of externe groepsadres/actie, dat/die wordt toegewezen en al aan
een willekeurig ander communicatie-object gekoppeld is, de grootte bepaalt.
De besturing kan van 'Ingang naar uitgang' of ook van 'Uitgang naar ingang' plaatsvinden in
als de stuuringang dit toelaat. De vrijgave via de stuuringang kan met een AAN- of UIT-
telegram plaatsvinden.
Als bijvoorbeeld de instelling 'Stuuringang' op 'AAN-telegram' wordt gezet, worden alleen
telegrammen van de ingang naar de uitgang geleid, als de stuuringang eerder een AAN-
telegram heeft ontvangen.
Bovendien is het mogelijk om signalen via de instelling 'Filterfunctie' te blokkeren. Er wordt
'niets uitgefilterd', het signaal 'AAN uitgefilterd' of het signaal 'UIT uitgefilterd'. Deze functie
is bijvoorbeeld nodig als van een sensor alleen het AAN-telegram interessant is en deze in
zijn applicatieprogramma geen filterfunctionaliteit aanbiedt.
Vertraging: Met de applicatie 'Vertraging' kunnen via het object 'Ingang' telegrammen
ontvangen worden. Met een ingestelde vertragingstijd worden de ontvangen telegrammen
naar het object 'Uitgang' verzonden. Voor de verschillende toepassingssituaties moeten de
parameters van de objecttypen voor 'Ingang' en 'Uitgang' gezamenlijk ingesteld worden.
Trappenhuisverlichting: Met de applicatie 'Trappenhuisverlichting' kan een nalooptijd aan
schakeltelegrammen of waardetelegrammen worden toegewezen. De applicatie geeft
daarvoor afhankelijk van de parametrering verschillende communicatie-objecten weer:
een1-bit-object voor in- en uitgang
Als via het object "Ingang / Uitgang" een AAN-telegram wordt ontvangen, wordt de
nalooptijd onmiddellijk gestart.
Er kan een nalooptijd worden ingesteld van 10 s tot 88:45 min, instelbaar in stappen van
1 s. Na afloop van de nalooptijd zendt het object 'Ingang / uitgang' een UIT-telegram.
twee 1-bit-objecten voor in- en uitgang
twee 1-byte-objecten voor in- en uitgang
Als via het object "Ingang" een telegram wordt ontvangen, wordt de nalooptijd
onmiddellijk gestart en een telegram van dezelfde waarde van het op de ingang
ontvangen telegram op het object "Uitgang" verzonden. Er kan een nalooptijd worden
ingesteld van 10 s tot 88:45 min, instelbaar in stappen van 1 s. Na afloop van de
nalooptijd zendt het object 'Uitgang' een UIT-telegram (1 bit) of een telegram met de
waarde '0' (1 byte).
Via twee extra communicatie-objecten is het mogelijk de nalooptijd en de voorafgaande
waarschuwingstijd bij uitschakeling opnieuw in te voeren. De ontvangen waarden
worden in het geheugen van het apparaat opgeslagen en blijven ook bij spanningsuitval
en daarop volgende spanningsterugkeer behouden.
KNX Technisch handboek 2CKA002273B8668 │ 23.02.2017
Applicatie-/parameterbeschrijvingen
Applicatie 'logicafuncties'
│168

Advertenties

loading