Communicatieobjecten – aanwezigheidsmelder – constantlichtschakelaar
11.15
Communicatieobjecten – aanwezigheidsmelder – constantlichtschakelaar
11.15.1 P1: uitgang 1
Nummer
Via de uitgang wordt bij beweging de geparametreerde waarde bij het over- of onderschrijden
van de geparametreerde helderheidsdrempel incl. hysteresis aan de aktor gezonden. Als
uitgang 2 actief is, moet uitgang 1 de lichtlijn met de grootste afstand tot het raam aansturen en
uitgang 2 de lichtlijn met de kleinste afstand tot het raam.
11.15.2 Px: uitgang 2
Nummer
Via de uitgang wordt bij beweging de geparametreerde waarde bij het over- of onderschrijden
van de geparametreerde helderheidsdrempel incl. hysteresis aan de aktor gezonden. Als
uitgang 2 actief is, moet uitgang 1 de lichtlijn met de grootste afstand tot het raam aansturen en
uitgang 2 de lichtlijn met de kleinste afstand tot het raam.
11.15.3 Px: automatisch / handmatig uit
Nummer
Via het object kan de regeling worden geactiveerd (automatisch) of gedeactiveerd (handmatig).
Als het object met een bedieningselement is verbonden, wordt met een 0 het apparaat
uitgeschakeld en de regeling gedeactiveerd.
KNX Technisch handboek 2CKA002273B8668 │ 23.02.2017
Naam
Objectfunctie
P1: uitgang 1
Naam
Objectfunctie
Px: uitgang 2
Naam
Px: automatisch / handmatig uit
Applicatie-/parameterbeschrijvingen
Gegevenstype
1.001 switch
5.001 percentage (0..100%)
5.010 counter pulses (0..255)
18.001 scene control
20.102 HAVC mode
9.* 2-byte float value
Gegevenstype
1.001 switch
5.001 percentage (0..100%)
5.010 counter pulses (0..255)
18.001 scene control
20.102 HAVC mode
9.* 2-byte float value
Objectfunctie
Gegevenstype
1.001 switch
│173