Inhoudsopgave Inhoudsopgave Opmerkingen over de handleiding ..........................3 Veiligheid ..................................4 Gebruikte aanwijzing en symbolen ......................... 4 Beoogd gebruik .............................. 5 Beoogd gebruik .............................. 5 Doelgroep / personeelskwalificatie ......................... 6 Veiligheidsinstructies ............................7 Opmerkingen over milieubescherming ........................8 Milieu ................................8 Opbouw en functie ..............................
Voor schade die ontstaat door het niet in acht nemen van het handboek aanvaardt ABB geen aansprakelijkheid. Als u meer informatie nodig heeft of vragen heeft over het apparaat, wendt u zich tot ABB of bezoekt ons op internet: www.BUSCH-JAEGER.com KNX Technisch Handboek 2273-1-8911 / 2CKA002273B8911 │3...
Toch bestaan er restrisico's. Om gevaren te vermijden, dient u de veiligheidsinstructies te lezen en op te volgen. Voor schade die ontstaat door het niet in acht nemen van de veiligheidsinstructies aanvaardt ABB geen aansprakelijkheid. Gebruikte aanwijzing en symbolen De volgende aanwijzingen wijzen op bijzondere gevaren in de omgang met het apparaat of geven nuttige aanwijzingen.
Ieder gebruik dat niet wordt genoemd in zie hoofdstuk “Beoogd gebruik“ op pagina 5 geldt als niet beoogd en kan leiden tot letsel en materiële schade. ABB is niet aansprakelijk voor schade die door niet beoogd gebruik van het apparaat ontstaat. Het risico draagt uitsluitend de gebruiker / exploitant.
Veiligheid Doelgroep / personeelskwalificatie De installatie, inbedrijfname en het onderhoud van het apparaat mogen uitsluitend worden uitgevoerd door erkende elektrotechnische installateurs. De elektrotechnische installateur moet dit handboek gelezen en begrepen hebben en de instructies opvolgen. De elektrotechnische installateur moet zich houden aan de in zijn land geldende nationale voorschriften over installatie, functiecontrole, reparatie en het onderhoud van elektrische producten.
Veiligheid Veiligheidsinstructies Gevaar – Elektrische spanning! Elektrische spanning! Levensgevaar en brandgevaar door elektrische spanning van 230 V. Bij direct of indirect contact met spanningsgeleidende delen ontstaat een gevaarlijke doorstroming van het lichaam. Elektrische schok, brandwonden of de dood kunnen het gevolg zijn. Werkzaamheden aan het 230V-net mogen uitsluitend worden uitgevoerd ■...
Opmerkingen over milieubescherming Opmerkingen over milieubescherming Milieu Denk aan de bescherming van het milieu! Oude elektrische en elektronische apparaten mogen niet bij het huishoudelijke afval worden gegooid. – Het apparaat bevat waardevolle grondstoffen die kunnen worden hergebruikt. Geef het apparaat daarom af bij een verzamelpunt voor afgedankte apparatuur.
Opbouw en functie Opbouw en functie Afb. 1: Productoverzicht [1] Draagring (niet bij levering inbegrepen) [2] Inbouwsokkel (met geïntegreerde afdekking) [3] Verloopplaat (niet inbegrepen bij levering) [4] Afdekraam (niet bij levering inbegrepen) De bewegingsschakelaar (passief-infraroodmelder) reageert als hij warmte in het detectiebereik detecteert en activeert daarop een schakelcyclus.
(www.busch-jaeger-catalogus.nl). Alleen de volgende draagringen gebruiken: ES: N2271.9F; MX: N2373.9; CN: 2TCA014501P0001 Typenoverzicht Artikelnummer Productnaam Sensorkanalen Bewegingsschakelaar 6122/10-BS-500 Tab.1: Typenoverzicht Functies De volgende tabel geeft een overzicht van de mogelijke functies en toepassingen van het apparaat: Bijzondere kenmerken Functionaliteit 4 kanalen ■...
Aansluiting, inbouw / montage Aansluiting, inbouw / montage Gevaar – Elektrische spanning! Installeer de apparaten uitsluitend wanneer u over de vereiste elektronische kennis en ervaring beschikt. Door een niet vakkundig uitgevoerde installatie brengt u het eigen leven en ■ dat van de gebruikers van de elektrische installatie in gevaar. Door een niet vakkundig uitgevoerde installatie kan aanzienlijke materiële ■...
Aansluiting, inbouw / montage Montage Opmerking Let erop dat er voldoende afstand wordt gehouden tussen bewegingsschakelaar en warmtebronnen, zoals verlichting, verwarmingen etc. omdat deze apparaten eventueel storingen kunnen veroorzaken. Om het apparaat te monteren, gaat u als volgt te werk: 1.
Aansluiting, inbouw / montage 4. Draai het apparaat in de correcte inbouwpositie. – De markering ‘TOP’ [2] moet zich bovenaan bevinden en overeenkomen met de markering [1] op de draagring. 5. Klik het apparaat in de draagring vast. 6. Steek de verloopplaat [1] (niet bij levering inbegrepen) op de inbouwsokkel.
Inbedrijfname Inbedrijfname Hardware De bewegingsschakelaar moet op een vaste wand worden gemonteerd, omdat iedere beweging van het apparaat dezelfde werking heeft als een warmtebeweging in het detectiebereik. – De optimale werking van de bewegingsschakelaar is gegarandeerd als de montage zijdeling van de looprichting is uitgevoerd (tangentiele benadering).
Inbedrijfname Software Om het apparaat in bedrijf te kunnen nemen, moet een fysiek adres worden toegewezen. De toekenning van het fysieke adres en het instellen van de parameters gebeurt met behulp van de Engineering Tool Software (ETS). Opmerking De apparaten zijn producten in het KNX-systeem en voldoen aan de KNX- richtlijnen.
Inbedrijfname 7.2.3 Groepsadres(sen) toewijzen De groepsadressen worden toegewezen in combinatie met de ETS. 7.2.4 Applicatieprogramma kiezen Meer informatie krijgt u via onze internetsupport (www.BUSCH-JAEGER.com). De applicatie wordt via de ETS op het apparaat geladen. 7.2.5 Applicatieprogramma differentiëren Met de ETS kunnen verschillende functies gerealiseerd worden. Gedetailleerde parameterbeschrijvingen, Hoofdstuk 11 “Applicatie-/parameterbeschrijvingen“...
Update Update De firmware wordt met de ETS-app ‘KNX Bus Update’ geüpdatet. Opmerking De beschrijving van het updateproces kan in de elektronische catalogus (www.busch-jaeger-catalogus.nl) worden gedownload. Deze is op de apparaatpagina onder de rubriek ‘Software’ te vinden. KNX Technisch Handboek 2273-1-8911 / 2CKA002273B8911 │20...
Bediening Bediening Op het apparaat vindt de bediening uitsluitend via de programmeertoets plaats. Informatie over de bediening van de programmeertoets vindt u in het hoofdstuk “Inbedrijfname”, paragraaf “Fysiek adres toewijzen”. Meer handmatige bedieningen zijn niet nodig. De functies worden via de bijbehorende functie en de parameterinstelling vastgelegd. Voor de bewegingsschakelaar zijn omvangrijke functies beschikbaar.
Onderhoud Onderhoud Het apparaat is onderhoudsvrij. Bij beschadiging, bijvoorbeeld bij transport of opslag, mogen geen reparaties worden verricht. Als het apparaat wordt geopend, vervalt de aanspraak op garantie! Het apparaat moet toegankelijk zijn om een correcte werking, keuring, visuele controle, onderhoud en reparaties mogelijk te maken (volgens DIN VDE 0100-520).
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘melder’ 11.3 Applicatie ‘melder’ 11.3.1 Algemene parameter – soort uitgang Opties: Master Slave – Master: in masterbedrijf worden afhankelijk van de beweging aan- of uit-telegrammen (naar een aktor) verzonden. – Slave: in slavebedrijf worden bij bewegingsdetectie cyclisch aan-telegrammen (naar de ‘ingang slave of slave ingang’...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘melder’ Opmerking Als het uitgangstype verandert, wisselen ook de instelmogelijkheden voor de parameters: Waarde voor inschakelen ■ Waarde voor uitschakelen ■ In dit handboek worden alleen de waarden voor de instelling 1 bit beschreven. 11.3.4 Algemene parameter – uitgangsobject zendt bij Opties: In-/uitschakelen Inschakelen...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘melder’ 11.3.7 Cyclische herhaaltijd (hh:mm:ss) Opties: 0:00:10 ... 0:00:30 ... 18:12:15 – Hier wordt de tijd ingesteld die tussen het verzenden van twee telegrammen (geen waardewijziging) ligt. 11.3.8 Algemene parameter – waarde voor uitschakelen Opties: – Uit: als geen beweging meer wordt herkend en de nalooptijd verstreken is, wordt de waarde 0 via de bus verzonden.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘melder’ 11.3.12 Algemene parameter – helderheidsdrempel intern (lux) Opties: 1 .. 1000 – Met de helderheidsdrempel wordt vastgelegd bij welke verlichtingssterkte de melders moeten gaan reageren. Als de melder niet ingeschakeld is en de gemeten helderheid boven de ingestelde drempel ligt, wordt bij beweging geen telegram verzonden. 11.3.13 Algemene parameter –...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘melder’ 11.3.14 Uitgebreide parameterinstellingen – bedrijfsmodus Opties: Automatisch Automatische uitschakeling Automatisch inschakelen Bewaking – Automatisch: automatisch in- en uitschakelen. De melder schakelt automatisch in bij bewegingsdetectie. Na de ingestelde nalooptijd vanaf de laatste detectie wordt de melder automatisch uitgeschakeld. –...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘melder’ 11.3.15 Uitgebreide parameterinstellingen – tweetraps uitschakelen gebruiken Opmerking Deze parameter is alleen zichtbaar als de parameter ‘uitgang is van het type’ op 1 byte 0..100% of 1 byte 0..255 staat. Opties: – Nee: de melder heeft een nalooptijd en stuurt na de nalooptijd, datgene wat onder de parameter ‘waarde voor uitschakelen’...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘melder’ 11.3.17 Uitgebreide parameterinstellingen – nalooptijd voor gereduceerde helderheid (hh:mm:ss) Opmerking Deze parameter is alleen zichtbaar, als de parameter ‘tweetraps uitschakelen gebruiken’ op ‘ja’ staat. Opties: 0:00:10 .. 0:05:00 .. 18:12:15 – Hier wordt de waarde voor de nalooptijd met gereduceerde helderheid ingesteld. De complete nalooptijd bestaat dan uit de nalooptijd + nalooptijd gereduceerde helderheid.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘melder’ 11.3.20 Uitgebreide parameterinstellingen – object voor nalooptijd gered. helderheid gebruiken Opmerking Deze parameter is alleen zichtbaar als de parameter ‘uitgang is van het type’ op 1 byte 0..100% of 1 byte 0..255 staat. Opties: – Nee: de nalooptijd kan alleen via de parameterinstelling ‘nalooptijd gereduceerde helderheid”...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘melder’ 11.3.23 Uitgebreide parameterinstellingen – object status handmatig aan/uit gebruiken Opmerking Deze parameter wordt alleen weergegeven als automatisch in-/uitschakelen en/of de externe impulsdrukker geactiveerd is. Opties: – Nee: er is geen afzonderlijk object status handmatig aan/uit om de status van de regeling te bewaken.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘melder’ 11.3.25 Uitgebreide parameterinstellingen – instellingen bij download overschrijven Opties: – Ja: als men de applicatie opnieuw in de melder laadt, worden de via de bus gewijzigde waarden overschreven door de geparametreerde waarden van de ETS-applicatie. – Nee: als men de applicatie opnieuw in de melder laadt, worden de via de bus gewijzigde waarden niet overschreven door de geparametreerde waarden van de ETS-applicatie.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘melder’ 11.3.28 Parameter helderheid – lichtonafhankelijke detectie na terugkeer busspanning Opmerking Deze parameter is alleen zichtbaar, als de parameter ‘objecttype voor lichtonafhankelijke detectie gebruiken’ op ‘ja’ staat. Opties: Nee: de lichtonafhankelijke detectie is na de terugkeer van de busspanning, een nieuwe ■...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘melder’ 11.3.31 Parameter helderheid – object voor interne helderheidsdrempel gebruiken Opmerking Deze parameter is alleen zichtbaar, als de parameter ‘gebruikte helderheid’ op ‘intern’ of ‘intern of extern’ staat. Opties: – Nee: er is geen afzonderlijk object helderheidsdrempel intern. –...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘melder’ 11.3.33 Parameter helderheid – helderheidsdrempel extern (lux) Opmerking Deze parameter is alleen zichtbaar, als de parameter ‘gebruikte helderheid’ op ‘extern’ of ‘intern of extern’ staat. Opties: 1 .. 500 .. 1000 – Met de helderheidsdrempel wordt vastgelegd bij welke lux-waarde de melders moeten gaan reageren.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘melder’ 11.3.36 Parameter externe impulsdrukker – object omschakeling handmatige werking gebruiken Opmerking Deze parameter is alleen zichtbaar, als de parameter ‘objecttype externe impulsdrukker gebruiken’ op ‘ja’ staat. Opties: – Nee: er is geen afzonderlijk object omschakeling handmatige werking. –...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘melder’ 11.3.38 Sensorselectie – gevoeligheid sensor 1 / 2 Opties: Maximum Hoog Gemiddeld Laag – Maximum: nog hogere gevoeligheid dan standaard – reikwijdtevergroting. – Hoog: als standaard voor gebruik binnen. – Gemiddeld: te gebruiken als er kleinere, storende warmtebronnen in het zichtbereik aanwezig zijn.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘melder’ 11.3.41 Vrijgave – melder is na terugkeer busspanning Opmerking Deze parameter is alleen zichtbaar, als de parameter ‘vrijgaveobject melder gebruiken’ op ‘ja’ staat. Opties: vrijgegeven geblokkeerd Vrijgegeven: het apparaat is vrijgegeven en functioneert normaal als de busspanning ■...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘melder’ 11.3.43 Vrijgave – uitgang zendt bij blokkeren Opmerking Deze parameter is alleen zichtbaar, als de parameter ‘vrijgaveobject melder gebruiken’ op ‘ja’ staat. Opties: geen telegram uit na afloop van de nalooptijd eenmalig waarde voor uitschakelen eenmalig waarde voor inschakelen –...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘lichtsterktedetectie’ 11.4 Applicatie ‘lichtsterktedetectie’ 11.4.1 Algemene parameter – zenden van werkelijke helderheid om de (hh:mm:ss) Opties: 0:00:05 .. 0:00:30 .. 18:12:15 – Hier wordt vastgelegd hoe vaak de helderheid op de bus wordt verzonden. 11.4.2 Algemene parameter – object voor led gebruiken Opties: –...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘lichtsterktedetectie’ 11.4.5 Uitgebreide parameter – interne helderheid gebruiken Opties: – Ja: de interne helderheidssensor wordt als waardegever voor de verschillende melderapplicaties gebruikt. Heeft uitsluitend betrekking op deze applicatie. – Nee: de interne helderheidssensor wordt niet gebruikt. De helderheidswaarden moeten dan door de externe helderheidssensoren worden verstuurd.
Pagina 43
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Applicatie ‘lichtsterktedetectie’ 11.4.9 Uitgebreide parameter – alarmobject Opties: is gedeactiveerd zendt cyclisch zendt alleen bij verandering – is gedeactiveerd: – zendt cyclisch: – zendt alleen bij verandering: 11.4.10 Uitgebreide parameterinstellingen – instellingen bij download overschrijven Opties: – Ja: als men de applicatie opnieuw in de melder laadt, worden de via de bus gewijzigde waarden overschreven door de geparametreerde waarden van de ETS-applicatie.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobject — Busch-Wächter® standaard – master 11.5 Communicatieobject — Busch-Wächter® standaard – master 11.5.1 Mx: vrijgave beweging Nummer Naam Objectfunctie Gegevenstype 1 | 19 | 37 | Mx: vrijgave beweging Ingang 1.001 switch De melder kan via het object worden geblokkeerd of vrijgegeven. De vrijgave heeft voorrang boven alle overige objecten.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobject — Busch-Wächter® standaard – master 11.5.6 Mx: externe helderheid Nummer Naam Objectfunctie Gegevenstype 6 | 24 | 42 | Mx: externe helderheid Ingang 9.* 2-byte float value Naar dit object wordt de helderheidswaarde van een externe helderheidssensor verzonden. 11.5.7 Mx: helderheidsdrempel extern Nummer...
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobject — Busch-Wächter® standaard – slave 11.6 Communicatieobject — Busch-Wächter® standaard – slave 11.6.1 Mx: vrijgave beweging Nummer Naam Objectfunctie Gegevenstype 1 | 19 | 37 | Mx: vrijgave beweging Ingang 1.001 switch De melder kan via het object worden geblokkeerd of vrijgegeven. De vrijgave heeft voorrang boven alle overige objecten.
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobject – Busch-Wächter® standaard – lichtsterktedetectie 11.7 Communicatieobject – Busch-Wächter® standaard – lichtsterktedetectie 11.7.1 BR: helderheid Nummer Naam Objectfunctie Gegevenstype BR: helderheid Uitgang 9.* 2-byte float value Dit object stuurt de via de daglichtcorrectie gekalibreerde helderheidswaarde. 11.7.2 BR: alarm Nummer Naam Objectfunctie...
Pagina 49
Applicatie-/parameterbeschrijvingen Communicatieobject – Busch-Wächter® standaard – lichtsterktedetectie 11.7.6 BR: helderheidaanpassing (uitgang 2) Nummer Naam Objectfunctie Gegevenstype BR: helderheidaanpassing Ingang 9.* 2-byte float value (uitgang 2) Aan dit object wordt tijdens de helderheidsaanpassing de gemeten waarde voor uitgang 2 (lichtlijn 2) verzonden. 11.7.7 BR: led Nummer...
Pagina 52
Index Parameter helderheid – lichtonafhankelijke detectie activeren Uitgebreide parameterinstellingen – bedrijfsmodus .....31 met .................. 36 Uitgebreide parameterinstellingen – dode tijd ......35 Parameter helderheid – lichtonafhankelijke detectie na Uitgebreide parameterinstellingen – gedwongen terugkeer busspanning ........... 37 uitschakeling gebruiken...........33 Parameter helderheid – object voor externe Uitgebreide parameterinstellingen –...
Pagina 53
Een onderneming van de ABB- Aanwijzing groep Wij behouden ons te allen tijde het recht voor technische wijzigingen en Busch-Jaeger Elektro GmbH wijzigingen van de inhoud van dit Postbus document aan te brengen zonder 6710 BC Ede voorafgaande melding. Bij bestellingen gelden de...