Elektromagnetische compatibiliteit
Elektromagnetische compatibiliteit
Elektromagnetische compatibiliteit met apparaten in de buurt dient onderzocht te worden alvorens
de Efficia DFM100 te gaan gebruiken.
Een medisch apparaat kan elektromagnetische storingen veroorzaken of ontvangen. Testen op
elektromagnetische compatibiliteit (EMC) met de daarvoor geschikte accessoires is uitgevoerd in
overeenstemming met de nationale en internationale standaard voor EMC bij medische apparatuur.
In de EMC-standaarden worden tests beschreven voor zowel uitgestraalde als ontvangen storingen.
Stralingstesten behandelen elektromagnetische storingen die door het te testen apparaat wordt
gegenereerd.
WAARSCHUWINGEN: Door elektromagnetische interferentie van andere apparaten kunnen de prestaties van de Efficia
DFM100 worden verminderd of belemmerd. De interferentie kan afkomstig zijn van signalen die
via de lucht worden uitgestraald of van signalen die via bekabelde verbindingen worden geleid, zoals
de stroomkabel, de aansluitingen op de patiënt of verbindingen tussen apparaten, zoals de analoge
ECG-uitgang. De elektromagnetische compatibiliteit met apparaten in de nabijheid dient
onderzocht te worden voordat de Efficia DFM100 in gebruik wordt genomen.
Wanneer het apparaat is aangesloten op een patiënt, kunnen de volgende tekenen duiden op
interferentie: verminderde prestatie van ECG-signalen van de pads/paddles of ECG-afleidingensets,
onverwachte technische alarmen of een kritieke storing op de RFU-indicator. Elektromagnetische
compatibiliteitstesten moeten zowel uitgestraalde als geleide immuniteit omvatten. Bij testen in de
aanwezigheid van mogelijk storende apparaten dienen kenmerkende gebruiksscenario's van de
Efficia DFM100 te worden beoordeeld, zoals opstarten, bewaken en toedienen van therapie.
Vaste, draagbare en mobiele radiofrequente (RF) communicatieapparatuur kan effect hebben op
medisch-elektrische apparatuur. Zie
RF-communicatieapparatuur en de Efficia DFM100.
Elektromagnetische interferentie verminderen
De Efficia DFM100 en de bijbehorende accessoires kunnen gevoelig zijn voor interferentie van
andere RF-energiebronnen en continue, herhaalde netspanningspieken. Voorbeelden van andere
bronnen van RF-interferentie zijn medische apparaten, mobiele telefoons,
informatietechnologieapparatuur en radio/televisie-uitzendingen. Indien er interferentie wordt
waargenomen, zoals blijkt uit foutcondities, artefacten op het ECG of ingrijpende variaties in
parameterwaarden, moet u proberen de bron van de interferentie te lokaliseren. Ga het volgende na:
Is de interferentie intermitterend of constant?
•
Komt interferentie alleen op bepaalde plekken voor?
•
Komt de interferentie alleen voor in directe nabijheid van bepaalde medische apparaten?
•
Treedt de interferentie alleen op als bepaalde medische apparaten zijn ingeschakeld?
•
Treedt de interferentie alleen op wanneer bepaalde medische apparaten zijn aangesloten op
dezelfde patiënt als de Efficia DFM100?
•
Veranderen de parameterwaarden ingrijpend als het netsnoer wordt ontkoppeld?
Als de bron gelokaliseerd is, kunt u proberen het EMC-koppelingspad af te zwakken door de
monitor/defibrillator zo ver mogelijk van de bron te plaatsen of door de locatie of route van
bekabelde verbindingen te wijzigen. Als u hulp nodig hebt, raadpleeg dan uw plaatselijke technicus.
Tabel 65
voor de minimaal aanbevolen afstand tussen
19: Specificaties
219